de aangenomen

Perspectieventekst

Inleiding

De Socialisten bestaat een jaar. Op 22 september hielden we onze eerste conferentie waarin we een koersdocument aannamen en de de voorwaarden voor onze partij-in-oprichting: Tien functionerende afdelingen met volwaardig bestuur, aanwezigheid in sociale bewegingen waaronder de vakbeweging, een volwaardig programma en statuten. Op de conferentie van 13 mei hebben we onze statuten vastgelegd, een discussie gevoerd over het programma, en het eerste deel van het programma aangenomen: het maximumprogramma.

Op deze conferentie is ook een programmacommissie gekozen van 14 personen die nu druk bezig zijn om  de discussie over het programma voor te bereiden.

Op 12 augustus hebben we op de kaderdag een eerste versie van de perspectieventekst besproken. De belangrijkste lessen die we uit de discussie op deze kaderdag hebben getrokken is dat we ons moeten focussen op een aantal politieke prioriteiten, een wat andere kijk op onze interventie in de verschillende sociale bewegingen en de noodzaak om de stand van de organisatie zelf, zowel landelijk, op netwerkniveau als lokaal met elkaar bediscussieren.

Op de conferentie van 13 mei wisten we geen volwaardig partijbestuur te kiezen. Door het daarna ook nog eens wegvallen van twee bestuursleden vinden we onze basis te smal geworden om daadwerkelijk goed politiek leiding te kunnen geven aan de organisatie. Daarom hebben we een extra congres uitgeschreven voor januari 2024 om te komen tot een volwaardig partijbestuur, maar ook om onze activiteiten/werkwijze te kunnen bespreken en daarmee handvatten te bieden voor de afdelingen en netwerken.

Met deze  perspectieventekst starten we deze discussie voor het extra congres in januari. Tegelijk is deze perspectieventekst een levend document. Aan de ene kant omdat we beseffen dat we als partijbestuur van slechts 4 personen ook onze ervaringen en kennis per definitie beperkt is, we hopen dus ook erg dat de leden meedenken om de tekst die op het congres voorligt aangescherpt te krijgen, aan de andere kant is het een levend document omdat we niet van plan zijn om tot het congres stil te blijven zitten en initiatieven in gang te zetten waarvan we de ervaringen daarmee ook op het congres kunnen bespreken.

De organisatie

De Socialisten bestaat op dit moment uit afdelingen in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, West-Brabant, Eindhoven, Wageningen, Arnhem, Nijmegen, Overijssel en Noord, netwerken op het gebied van wonen, klimaat, internationale solidariteit, feminisme-socialisme en een op te richten netwerk vakbeweging, een programmacommissie en een partijbestuur. Naast de Socialisten is er de jongerenorganisatie ROOD, met haar eigen lokale en landelijke structuren. Dit is van belang te vermelden omdat ruim de helft van de leden van de Socialisten jonger is dan 30 jaar en we consequent bij al onze keuzes rekening moeten houden met de gevolgen voor ROOD van onze keuzes. De ontwikkeling van ROOD is, op middellange termijn, essentieel voor de ontwikkeling van de Socialisten.

De afdelingen

Er is een groot verschil tussen de samenstelling en ontwikkeling van de verschillende afdelingen. Op verschillend terrein nemen afdelingen initiatieven, zoals Noord met betrekking tot Internationale solidariteit met Venezuela, Rotterdam met activiteiten rond een brug en de woonbeweging, Utrecht met een muurkrant, een cultuurlokatie en OV-actie, Arnhem mbt fascisme en andere lokale activiteiten. Daarnaast is er ook behoefte aan handvatten om tot activiteiten over te gaan. Deze perspectieven hebben juist tot doel deze handvatten te bieden. Niet alle afdelingen hebben een volwaardig bestuur. De verbinding tussen afdelingen en landelijk moet verbeteren. Het gebrek aan verbinding heeft ook te maken met de zwakte van de landelijke organisatie.

Activiteiten:

  • Eens per 9 weken organiseren we een landelijke kaderdag, waarbij we ervaringen kunnen uitwisselen
  • Eens per 9 weken vragen we aan de afdelingen een verslag te doen over hun activiteiten/vragen/discussiepunten. Om dit zo nuttig mogelijk te maken, komt het bestuur met een format voor deze verslagen. 
  • Het intern bulletin krijgt een reguliere verschijningsvorm met een harde deadline waarin elk lid diens ideeën rond de ontwikkeling van de organisatie of politiek in het algemeen ter discussie kan brengen. Interne Bulletins worden op afdelingsvergaderingen besproken om betrokkenheid met de organisatie over afdelingen heen te verbeteren.

Landelijk

Op landelijk niveau zijn momenteel de volgende gremia actief: het partijbestuur, de netwerken en de programmacommissie. Daarnaast zijn er ook activiteiten noodzakelijk waarvoor we kameraden moeten vragen om hun verantwoordelijkheid op zich te nemen, zoals rond onze externe uitingen, de website en de sociale media, en met betrekking tot scholing.

Partijbestuur

Het partijbestuur bestaat uit te weinig personen. Dit is niet alleen problematisch met betrekking tot de noodzakelijke organisatorische functies, maar ook qua denkkracht die verwacht kan worden van een groep van 4 personen.

Activiteiten:

  • Het partijbestuur focust zich op het voldoen aan de voorwaarden voor partijvorming zoals op de eerste conferentie aangenomen. Daarbij geeft ze leiderschap en focus aan afdelingen wanneer het gaat om het bouwen aan activiteiten in de sociale- en vakbewegingen en faciliteert zij afdelingen om elkaar hier wanneer nodig in te ondersteunen. 
  • Het partijbestuur ondersteunt de programmadiscussie door, wanneer duidelijk wordt dat er over bepaalde thema’s veel discussie is, hier scholingen dan wel discussiebijeenkomsten over te organiseren om ze uit te diepen. 
  • Het bestuur draagt zorg voor de broodnodige professionaliseringsslag:
    • Alle belangrijke besluiten en alle interne bulletins komen in het ledensysteem te staan, net als notulen van alle bestuursoverleggen, zoals statutair vereist. Daarnaast bekijkt het bestuur welke aangenomen stukken niet alleen voor leden, maar ook voor externen inzichtelijk moeten worden, zoals bijvoorbeeld de statuten, en zorgt dat deze op de website komen te staan. 
    • Bijeenkomsten worden goed voorbereid en stukken en agenda’s worden tijdig met leden gedeeld zodat zij in staat zijn zich in te lezen, een mening te vormen en kameraden te vinden die dezelfde lijn voorstaan om samen te kunnen werken binnen de organisatie, ook over factie- en/of afdelingsgrenzen heen.

Netwerken
De netwerken functioneren niet optimaal. Noodzakelijk is dat vanuit de verschillende afdelingen mensen zijn aangesloten bij de netwerken vanuit hun politieke activiteit. We concentreren ons in eerste instantie op de opleving van de netwerken op de prioriteiten die we willen stellen met betrekking tot sociale bewegingen: Wonen, Klimaat en Vakbeweging. Om leden te motiveren zich aan te sluiten en actief in te zetten bij de verschillende netwerken, is allereerst nodig dat het bestuur helder kan maken waar ieder netwerk mee aan de slag gaat en met welk doel.
Activiteiten:

  • We roepen mensen op om zich aan te sluiten bij de verschillende netwerken en maken daarbij duidelijk wat de activiteiten en doelen van ieder netwerk zijn en wat leden hieraan bij kunnen dragen.
  • We verlagen de drempel voor toetreding tot de WhatsApp groepen van de netwerken via communicatie naar de leden.
  • Het bestuur onderhoudt periodiek contact met de contactpersonen van de netwerken om op te hoogte te blijven waar die tegenaan lopen en te bezien waar de landelijke organisatie hen kan ondersteunen. 

Programmacommissie

Is gekozen op de conferentie. De programmacommissie doet haar werk, stimuleert de afdelingen om de programmadiscussie te voeren en organiseert landelijke bijeenkomsten. Na verschillende discussieronden komt ze in januari met haar voorstel voor het congres van mei 2024.

Externe uitingen

Voor een levendige organisatie is een goed onderhouden website, waarbij onze activiteiten frequent worden weergegeven. Dit geldt ook voor onze sociale media. Het belangrijkste dat daarbij nodig is, is een redactie die deze activiteiten kan coördineren. Mensen kan vragen dingen te schrijven, en indien nodig eindredactie te plegen.

  • Het bestuur gaat actiever op zoek, in samenspraak met afdelingsvoorzitters, naar leden die de redactie kunnen versterken. Hierbij maakt het duidelijk wat er van de redactie verwacht wordt en hoe samenwerking tussen redactie en bestuur wordt vormgegeven.

Scholing

Binnen verschillende afdelingen zijn er leesgroepen.Daarnaast is de programmadiscussie natuurlijk één goot scholingsproject. Toch zou het goed zijn als we de scholingen, naast theoretische, ook praktische scholing beter coördineren. Een landelijke scholingscommissie zou hier een rol in kunnen vervullen.

Sociale bewegingen

In deze perspectieventekst beperken we ons uitdrukkelijk tot een drietal sociale bewegingen, de vakbeweging, de klimaatbeweging en de woonbeweging, die we de komende periode als de Socialisten willen helpen opbouwen. We geven daarmee de handvatten waarmee we hopen dat zo veel mogelijk afdelingen in deze drie sociale bewegingen hun ervaringen opdoen en waarmee we in de toekomst deze ervaringen kunnen evalueren en verder zetten. Dit betekent niet dat we op andere vlakken niet actief willen of zullen zijn, en zeker de afdelingen zullen ook lokale onderwerpen op zich kunnen pakken, maar met een beperkte landelijke leiding prioriteren we ons tot deze drie sociale bewegingen. Initiatieven rond de (her)opbouw van het netwerk femsoc zullen we zeker toejuichen, maar worden in deze perspectieventekst niet verder uitgewerkt.

Ons plan voor sociale bewegingen

In het koersdocument spreken we ons uit dat we als de Socialisten de opbouw van sociale bewegingen als onze centrale taak te zien. In de verschillende sociale bewegingen is een veelheid aan organisaties, verenigingen en comités actief. Elk met haar eigen sterke punten en tekortkomingen. Om tot een goede analyse te komen is het nuttig dat we ons plan voor sociale bewegingen voor onszelf definiëren zodat we weten waar we heen willen en wat dus de hoofd- en tussentijdse doelen van onze interventie worden.

Wat betreft sociale bewegingen zijn een drietal termen van belang: gericht op massaorganisatie, gericht op zelforganisatie en democratie en klassenonafhankelijkheid. Deze drie dingen zijn met elkaar verbonden.

Gericht op massaorganisatie

Dit lijkt een open deur. Toch zijn er vele organisaties waar mensen zich niet daadwerkelijk kunnen engageren in een beweging, maar alleen supporter of donateur kunnen zijn. We moeten zorgen dat elke drempel voor mensen om actief te zijn wordt gesloopt.

Gericht op zelforganisatie en democratie

Eenieder die in een sociale beweging actief wil zijn, moet dit kunnen en op democratische wijze de koers van de organisatie kunnen bepalen. In verschillende organisaties is er een laag van (betaalde) functionarissen. Het behoud van hun positie mag geen invloed hebben op de keuzes die een beweging maakt. De koers van een beweging moet bepaald worden door hen die in de beweging actief zijn, niet door deze laag van functionarissen.

Klassenonafhankelijkheid

We streven naar organisatie van de klasse, door de klasse, voor de klasse. Organisaties moeten zelf kunnen bepalen waarmee ze bezig zijn en daarbij niet hun oren laten hangen naar kapitaalbelangen die haar hierin beperken. Dat betekent vooral op financieel vlak dat hun belangrijkste inkomstenbron de structurele inkomsten van de mensen die in deze organisatie actief zijn moet zijn. Structurele subsidies vanuit de staat of filantropische fondsen vanuit het kapitaal moeten tot een minimum beperkt worden omdat deze de organisatie afhankelijk maken van de staat en de belangen van het kapitaal. Hiermee wordt het democratisch proces binnen de bewegingen ondermijnt. Dat kan betekenen dat we organisaties moeten hervormen middels onze interventie daarin om ze te democratiseren en onafhankelijk van kapitaalbelangen te doen functioneren. In sommige gevallen kan het zo zijn dat bestaande organisaties dermate bij gratie van kapitaalbelangen (kunnen) bestaan, dat we ze beter links laten liggen en zelf een klassenonafhankelijk alternatief op kunnen bouwen. Welke route effectiever is, hangt af van het aandeel van de klasse dat al via een organisatie actief is en de staat en activiteiten van de organisaties zelf.

Centraal staat voor ons het opbouwen van bewegingen

Ondanks al onze kritiek is het van het grootste belang dat we de bewegingen, ondanks hun tekortkomingen opbouwen. Onze kritiek krijgt vooral weerklank als we gezien worden als de beste bouwers. Kritiek is belangrijk maar zeker niet onze belangrijkste activiteit. Onze belangrijkste activiteit is inhoudelijk. Deel-successen zijn daarbij enthousiasmerend.

Klimaatbeweging

Aandacht voor milieuvervuiling en natuurverloedering bestaat reeds lang, maar die aandacht werd vroeger vaak gezien als een elitaire hobby, alleen geschikt voor bevoorrechte groepen en non-conformisten die zich de luxe konden veroorloven om daar geld, tijd en energie in te steken. Daardoor stond milieustrijd vaak los van de arbeidersstrijd en werden milieuproblemen te weinig in verband gebracht met het kapitalisme en diens eeuwige streven naar winstmaximalisatie.

Sinds een halve eeuw is het voor velen duidelijk geworden dat dat streven in hoge mate ten koste kan gaan van een schone bodem, schone lucht, schoon water, een leefbare woonomgeving, een goede gezondheid, een aardbevingsvrij leef-oppervlak en een stabiel klimaat. Door groeiend bewijs en bewustzijn over klimaatverandering en haar effecten werd klimaat- en milieustrijd steeds meer onderdeel van de antikapitalistische strijd. 

Milieudefensie

Milieudefensie is van oorsprong een ledenorganisatie, een vereniging. Maar heeft de laatste decennia weinig meer aan haar verenigingsopbouw gedaan. Daardoor zijn er weinig lokale afdelingen waar mensen actief kunnen worden. Leden worden meer als donateur gezien. Ook zijn ze financieel steeds meer afhankelijk van filantropische stichtingen. Hoewel ze formeel nog een vereniging zijn staan ze ver af van wat we hierboven als wenselijk hebben beschreven. Vooral wat betreft zelforganisatie, democratie en klassenonafhankelijkheid zijn interventies noodzakelijk.

Extinction Rebellion

Extinction Rebellion (XR) gedraagt zich tegenwoordig als het meest spontaan en activistisch. Die nieuw opgekomen groep wijst op de noodzaak en urgentie van snelle veranderingen en organiseert daarvoor aandachttrekkende wegblokkades en sympathiserende solidariteitsgroepen. Wij verwerpen sabotageacties niet, noch illegale acties in het algemeen. Wel verwerpen wij het idee dat opstanden van kleine verlichte minderheden gaan leiden tot het soort maatschappijverandering waar wij naar streven. Stromingen die pleiten voor verandering door kleine minderheden vertragen dit proces, en staan dus niet aan onze kant. Ook gaan de eisen van XR niet verder dan de huidige kapitalistische staat te dwingen om “eerlijk te zijn”, “te doen wat nodig is” en een ondemocratisch ‘burgerberaad’ op te richten. Binnen de klimaatbeweging moeten wij dan ook deze alternatieve visie naar voren brengen, en daarmee organisaties zoals Extinction Rebellion op deze basis bekritiseren.

Dat betekent echter niet dat we XR daarmee helemaal links moeten laten liggen; dan komt de kritiek hen immers ook minder makkelijk ten ore. We kunnen dus wel deelnemen aan acties waar XR bij betrokken is wanneer we dit nuttig achten, waarbij het belangrijk is dat onze leden scherp hebben op welke punten we agiteren, bijvoorbeeld door flyers te drukken en mee te geven waarin zowel onze strategische kritiek op XR als punten over staatsrepressie waarin we solidair met ze zijn, zijn opgenomen. Met de Socialisten soep op schilderijen gooien leent zich hier waarschijnlijk minder goed voor dan een A12-bezetting waar grote delen van de bij het klimaat betrokken klasse aanwezig zijn.Bovendien geeft dit de kans om gezamenlijke actie-ervaring op te doen. Daarnaast zullen ‘rebellen’ die meer politieke diepgang zoeken, ontvankelijk zijn voor onze klassenbewuste politiek.

De huidige omstandigheden van extreme groei van het XR kader bieden ook kansen voor hervorming van de organisatiestructuren. Veel lokale groepen zullen moeten nadenken over hoe ze zich structureren aangezien de aangeboden structuur van XR geen oplossing biedt. Er is een discussie op gang gekomen over welke structuren dan wél uitkomst bieden. Daar kunnen wij een waardevolle bijdrage aan leveren door te pleiten voor een structuur met democratische vertegenwoordiging en besluitvorming in de plaats van veredelde consensusdemocratie en landelijke besluitvorming o.b.v. connectie met de juiste personen.

OV-protest

Door ROOD is eind augustus het initiatief genomen onder de noemer OV-protest. Momenteel wordt gekeken of en hoe dit vanuit Klimaatnetwerk FNV, de subsectoren Steek en Spoor van de sector FNV Vervoer en de subsector stadsvervoer van de sector FNV Overheid samen met de campagne vanuit De Goede Zaak een beweging kan worden opgezet die actief is rond een concreet alternatief in de Klimaatstrijd.

Activiteiten

  • We pleiten bij onze deelname aan acties in sociale bewegingen steeds voor een effectievere manier om sociale bewegingen in te richten: klassenonafhankelijk (juist ook financieel), gericht op zelforganisatie, met democratische structuren en gericht op het opbouwen van een massaorganisatie zijn hierbij kernwoorden. Op grond van onze ervaringen bespreken we permanent de mogelijkheden in de verschilelnde organisaties.
  • Wanneer wij actief zijn in de klimaatbeweging komen we op voor klimaatrechtvaardigheid, die voorkomt dat mensen met lage inkomens en nauwelijks invloed op overheid en economie de zwaarste lasten gaan dragen bij de noodzakelijke overgang naar een schoner milieu.
  • Waar mogelijk werken we met XR om onze bekendheid binnen de organisatie te vergroten en het klassenbewustzijn van de ‘rebellen’ te bevorderen. Bovendien maken we gebruik van de mogelijkheid om gedeelde actie-ervaring op te doen. Dit kunnen we bereiken door o.a.:
    • Aan te sluiten bij acties wanneer deze zich lenen voor het naar voren brengen van onze interventie.
    • Scholingen te faciliteren op het gebied van klimaat, kapitalisme en klassenstrijd. ‘Demand 0’ is hier een voorbeeld van.
    • Binnen lokale groepen bij te dragen aan de discussie over democratisering.
  • Wanneer wij actief zijn in de klimaatbeweging komen we op voor klimaatrechtvaardigheid, die voorkomt dat mensen met lage inkomens en nauwelijks invloed op overheid en economie de zwaarste lasten gaan dragen bij de noodzakelijke overgang naar een schoner milieu. 

Vakbeweging

Ongeveer een anderhalf miljoen mensen in Nederland zijn lid van een vakbond, waarvan de FNV met bijna 1.000.000 leden de belangrijkste is. Van deze leden zijn ruim 20.000 op één of andere manier actief lid, als OR-lid, in een bedrijfskadergroep, bij FNV lokaal, als consulent, of bij één van de organen van de FNV zoals het ledenparlement, sectorraden, etc. Ook verschillende leden van de Socialisten zijn lid van het ledenparlement, van sectorraden, als OR-lid, of op een andere manier betrokken bij de vakbeweging. Het werk als kaderlid is vaak geatomiseerd, je bent op jezelf teruggeworpen, en veel mensen die best een bijdrage zouden willen leveren aan de opbouw van de vakbeweging weten niet wat ze zouden kunnen doen, omdat er in hun sector geen bestaande bedrijfsledengroepen zijn.

  1. De belangrijkste bijdrage die we als Socialisten kunnen geven is het organiseren van solidariteit. Door aanwezig te zijn bij (stakings)acties en in contact te komen met de leidende leden. Daar kunnen alle leden van de Socialisten een bijdrage aan leveren. Ook als ze in hun eigen sector nog niet veel kunnen doen. Door het contact met kaderleden uit verschillende sectoren kun je hen ook met elkaar in contact brengen; dit is niet vanzelfsprekend en wordt ook niet actief binnen de FNV georganiseerd. Acties zijn helaas vaak pas op zeer korte termijn bekend, daarom is het van belang dat we de informatiestroom kunnen stroomlijnen.
  2. Daarnaast heeft de vakbeweging vanuit haar omvang, maar ook omdat vakbondswerk niet alleen over loon en arbeidsomstandigheden gaat, een natuurlijke binding met andere sociale bewegingen. Denk hierbij aan de vrouwenbeweging, de LHBTIQ+ beweging, de klimaatbeweging en de beweging voor migrantenrechten. De belangrijkste uitdaging is het inbedden van deze thema’s in het reguliere vakbondswerk. Dat bijvoorbeeld een eis rond transitieverlof een harde eis wordt bij Cao-onderhandelingen, dat FNV Domestic Workers (die deels uit ongedocumenteerden bestaat) zich ondersteund voelt door deelname van FNV-ers bij voor hen belangrijke mobilisaties. Ook voor het sinds kort ontstane Klimaatnetwerk binnen de FNV is inbedding essentieel. Voor zover het in onze mogelijkheden ligt zullen we het leggen van contacten met bedrijfsledengroepen (en daarbinnen die kaderleden die zich met duurzaamheid bezig houden) aanmoedigen.
  3. Lang niet iedereen die voor een inkomen afhankelijk is van de verkoop van zijn/haar arbeid heeft zich al georganiseerd in de belangenstrijd. In de publieke sector is de organisatiegraad hoger dan bij private bedrijven. Ongeorganiseerden zijn vaak afwachtend, maar wel aanspreekbaar als eenmaal een openlijke strijd is ontstaan. Soms komen ze buiten de bestaande vakbeweging om in conflict met ondernemers. Dan ontstaan waardevolle initiatieven, die zelf het idee hebben dat ze hun werk het beste kunnen blijven doen buiten de bestaande vakbeweging om. In de loop der tijd heeft dat geleid tot kleine strijdbare categorale en/of radicale bondjes, maar soms hebben die onvoldoende richtinggevoel. Dan lopen ze na verloop van tijd uit in clubs die denken zelfstandig Cao’s te kunnen afsluiten, waardoor ze de strijdbaarheid en solidariteit van de vakbeweging als geheel hinderen. In het ergste geval worden ze door werkgevers misbruikt als ‘gele’ bonden, die genoegen nemen met minder toegevingen door de werkgevers dan een verenigde vakbeweging had kunnen afdwingen. Het is uit een oogpunt van solidariteit en eenheid in de strijd van belang dat de vakbeweging niet arrogant alles buiten haar eigen controle van zich afstoot maar juist het contact met ongeorganiseerden, nog niet georganiseerden en tijdelijk buitenom georganiseerden open houdt.
  4. Strijd vindt vooral plaats in de sectoren, rond CAO-strijd,dit zijn ook de momenten waarbij we meehelpen aan het versterken van de organisatiegraad. Naast de inzet rond automatische prijscompensatie en een inhaalslag rond achtergebleven lonen en een algemene verhoging van de laagste loonschalen is terugdringing van flexibele arbeid belangrijk. Daarnaast is een algemene campagne voor een verbetering en het permanent maken van de Regeling Vervroegd Uittreden van groot belang in veel sectoren.
  5. Ten slotte Solidariteit, het webzine voor een strijdbare vakbeweging. Er zit enorm veel ervaring bij deze groep mensen. Het zou goed zijn als deze ervaring kan worden overgedragen op een nieuwste lichting vakbondsactivisten, en dat we op termijn ook bijdragen kunnen schrijven op grond van onze ervaringen.

Activiteiten

  • Huidige Whatsapp-groep Vakbondswerking van Socialisten Utrecht bouwen we om tot Netwerk Socialisme & Vakbeweging. Het netwerk krijgtheeft de opdracht om onze interventie binnen de vakbeweging verder vorm te geven met name rond het bevorderen van democratie en zelforganisatie door met een strategie en plan van aanpak te komen voor het congres in mei, om daarna periodiek in het intern bulletin te rapporteren over de voortgang van dit plan.
  • We produceren een algemene flyer waarin we het belang van het organiseren van solidariteit tussen de verschillende groepen die in actie komen duidelijk maken en de rol die de Socialisten daarin willen spelen. Hierdoor hebben kameraden iets in handen als ze naar een vakbondsactie gaan. (Bij grotere mobilisaties die langer bekend zijn en waarbij we massaler mobiliseren kunnen ook specifieke flyers worden geproduceerd)
  • We moedigen aansluiting bij klimaatnetwerk FNV aan en focussen daarbinnen op verbanden met reguliere bedrijfsledengroepen.

Woonbeweging

Volkshuisvesting: huren, kopen, tekort, slechte kwaliteit en niet te betalen

De volkshuisvesting functioneert als een markt maar zou een publieke voorziening moeten zijn. Wonen gaat niet alleen over huren. De volkshuisvesting bestaat voor zestig procent (4,5 miljoen huizen) uit kopen en voor veertig procent (3,3 miljoen huizen) uit huren. Ook een gedeelte van de werkende klasse bezit een eigen woning of streeft ernaar. Het poldermodel voor wonen bestaat uit Eigen Huis voor de woonbezitters en de Woonbond voor de huursector.

Huurders hebben te maken met de beschikbaarheid, betaalbaarheid en de kwaliteit.

Huurders hebben te maken met stijgende en te hoge huurprijzen, achterstallig onderhoud, gebrekkige woonkwaliteit, het grote tekort aan sociale huurwoningen, flexibilisering met tijdelijke huurcontracten als gevolg en de verminderde zeggenschap van huurders over hun woningen. Vooral op momenten van groot onderhoud, renovatie, wangedrag van private huisjesmelkers, huurverhogingen, gezamenlijk ervaren milieuoverlast, energietransitie (waaronder afsluiting van de gastoevoer en plaatsing van zonnepanelen of warmtepompen), gentrificatie, of sloop en vervangende nieuwbouw ontstaan gezamenlijke protesten van huurdersverenigingen en andere bewonersinitiatieven.

De Woonbeweging

Woonbond

In afwijking van de situatie in de vakbeweging is er bij de woonbeweging niet echt één organisatie waarbij mensen zich duurzaam kunnen organiseren. Ten eerste is er de Woonbond als landelijke koepel voor praktische ondersteuning, die zich momenteel vooral richt op haar ANWB-functie, het leveren van juridische en bouwkundige kennis aan individuen en groepen die daarom vragen, het informeren van media en overheden over actuele problemen en het deelnemen aan overlegtafels.

Het activistische gedeelte van de woonbeweging

Van het momentum van de woonbeweging in 2021, begin 2022 (demonstraties Amsterdam 15.000 en Rotterdam 10.000 demonstranten en acties in veel plaatsen) is door gebrek aan organisatie, misschien mede door coronaperiode, weinig gebruik gemaakt om een sterke beweging op te bouwen. Gezien het grote woonprobleem moet er nog steeds een potentieel zijn. Maar hoe realiseren we dat?

Woonopstand

Woonopstand is het landelijke samenwerkingsverband van de activistische woonbeweging.

Woonopstand is een brede coalitie van (woon-) strijdbewegingen, actiegroepen en organisaties die van onderop samenwerken om het woonbeleid radicaal te veranderen. Het was o.a. de organisator van de demonstratie in Rotterdam. Woonopstand, zoals veel organisaties in de activistische woonbeweging, draait om een kleine groep activisten. Het is mogelijk om bij het regelmatige overleg over onder andere de gezamenlijke activiteiten aan te sluiten.

Woonprotesten

Woonprotest is een containerbegrip. Naast het bekendste Woonprotest in Amsterdam is er in een paar andere steden een Woonprotest, maar daar worden ook namen gebruikt als Woonverzet en Woonrevolte. Zij organiseren de acties in hun stad. Er bestaat geen landelijke structuur voor deze groepen. Voor zover het samen komt is dat in Woonopstand.

Woonprotest Amsterdam concludeerde dat de demonstraties van 2021 en begin 2022 weinig resultaten hebben opgeleverd en dat hardere acties nodig zijn. Het resultaat is echter dat veel minder mensen gemobiliseerd worden. Een zwak punt is bovendien dat bij deze acties huurders en woningzoekenden veel te weinig worden betrokken. Of dat acties zonder breed overleg worden aangekondigd en eisen zonder democratische inbreng van de betrokkenen tot stand komen.

Bond Precaire Woonvormen

De Bond Precaire Woonvormen (BPW), belangrijk in de activistische woonbeweging waaronder in Woonopstand, strijd voor het recht op wonen. Dit doen ze door op te komen voor de woonrechten van mensen die tijdelijk, onzeker of te duur wonen. BPW richt zich op een specifieke groep huurders en gebruikers van woonruimte, maar is ook de initiatiefnemer van Wij Weigeren De Huurverhoging (WWDH) en richt zich daarmee ook op de huurders met een vast huurcontract, waaronder kamerhuurders.

De Bond Precaire Woonvormen is een solidariteitsbeweging. Ze helpen bewoners zelf

solidariteitsnetwerken op te zetten en met de steun van het brede, landelijke netwerk hun woonrecht op te eisen. Ook bij de actie-campagne Wij Weigeren de Huurverhoging wordt van die methode gebruikgemaakt.

Wij Weigeren De Huurverhoging

Wij Weigeren De Huurverhoging (WWDH) is in 2020 tot stand gekomen op initiatief van BPW. Voor WWDH was 2021 het jaar van de coronalockdown en een huurbevriezing en kon WWDH weinig bereiken. 2022 was een behoorlijk succesvol jaar wat betreft aantal plaatsen en mensen die deelnemen aan de actie. In 2023 kregen zeshonderdduizend mensen een eenmalige huurverlaging tot 575 euro per maand. WWDH maakt zich nu op voor 1 juli 2024 wanneer de huren met bijna zes procent worden verhoogd. De hoogste stijging in veertig jaar.

De actiemethode van Wij Weigeren de Huurverhoging is bedoeld om huurders zelf de gereedschappen in handen te geven om meerjarige huurbevriezing af te dwingen. Zij kunnen dat individueel doen, maar bij voorkeur door het collectief organiseren van huurders in solidariteitsnetwerken die samen de huurverhoging weigeren. Door zelforganisatie in regionale of stedelijke solidariteitsnetwerken van en voor huurders die de huurverhoging weigeren kunnen ze hun eisen voor meerjarige huurbevriezing van alle huren kracht bijzetten.

WWDH heeft in alle provincies provinciale en gemeentelijke solidariteitsnetwerken.

De strijd van WWDH tegen de huurverhogingen kan ook geplaatst worden in een bredere strijd tegen de hoge kosten van het levensonderhoud. Voor plaatselijke groepen woonprotest, al dan niet met een andere naam, en eventuele plaatselijke coalities tegen de extreme verrechtsing kan de campagne van WWDH van belang zijn als concrete actie richting de werkende klasse.

FNV en de volkshuisvesting

Lokaal FNV Rotterdam heeft samen met Lokaal FNV Amsterdam een belangrijke rol gespeeld om de FNV op het pad van de woonstrijd te krijgen. Dat ging tegen de zin in van de sector Bouwen en Wonen (leden werkzaam bij o.a. woningcorporaties) maar heeft uiteindelijk geresulteerd in het ondersteunen van de woonbeweging en het maken van een vakbondszaak van volkshuisvesting.

Lokaal Rotterdam en lokaal Amsterdam zijn actief betrokken bij de woonstrijd in hun stad. Lokaal Rotterdam was actief betrokken bij de strijd tegen de sloop van de Tweebosbuurt. Vanuit die buurt was het ook betrokken bij de oprichting van Recht op de Stad. Recht op de stad is een initiatief van bewonersgroepen uit verschillende buurten in Rotterdam en andere betrokken Rotterdammers. Bij het woonactiecomité van Socialisten010 zijn twee leden van Lokaal Rotterdam actief. 

Lokaal Amsterdam heeft een werkgroep wonen en steunt en heeft contact met de bewonersorganisaties in Zuidoost, Nieuw West en in Noord. In Noord is een brede beweging, 19 organisaties met verschillende achtergronden, actief tegen de gentrificatie. Nieuw West is mede belangrijk omdat veel bewoners daar een migrantenachtergrond hebben en hun woonsituatie vaak de beste manier is om met hen in contact te komen omdat ze door de flexibilisering meestal tijdelijke arbeidscontracten hebben en steeds moeten wisselen van werk. Verder steunen ze Niet te Koop! dat zich verzet tegen de verkoop van sociale huurwoningen.

Betaalbare en in aantal en kwaliteit voldoende sociale volkshuisvesting hoort een strijdthema van een brede vakbond te zijn. Daarom is het van belang alle positieve ontwikkelingen in die richting in de FNV te steunen. En daar waar mogelijk met Lokaal FNV betrokken te zijn bij de activiteiten daarvoor.

De Socialisten in de woonbeweging

Als organisatie zijn we op verschillende manieren actief – geweest – in de woonbeweging. Een aantal afdelingen, al dan niet via ROOD, zijn betrokken geweest bij het woonprotest in hun stad. Ook hebben verschillende afdelingen meegedaan aan de actie van Wij Weigeren De Huurverhoging. De afdeling Rotterdam heeft in de wijk Lombardije het initiatief genomen tot een actiegroep om met de bewoners actie te voeren tegen het achterstallige onderhoud. Daarbij zijn al enige resultaten geboekt. En Woonprotest Utrecht heeft contact gezocht met onze afdeling Utrecht. Maar al deze ervaringen zijn onvoldoende verwerkt om meegenomen te worden in onze activiteiten voor de komende periode. Uiteindelijk willen we komen tot duurzame en actieve organisatie van bewoners en woningzoekenden om zaken als huurverhogingen, renovaties en onderhoud te beïnvloeden maar uiteindelijk ook de machtsvraag binnen corporaties kunnen stellen. Dat moeten we doen op basis van opgedane en op te doen ervaringen uit de activiteiten van leden, waarbij het Netwerk Wonen een coördinerende rol kan spelen. 

Activiteiten

  • We vinden het belangrijk dat sociale volkshuisvesting een actiethema van de vakbeweging is en stimuleren het dat het op grotere schaal wordt opgepakt.
  • We stimuleren de verbinding tussen de vak-, woon-, en klimaatbeweging, bijvoorbeeld voor de verduurzaming van de woningen, het actief steunen van elkaars strijd en in brede coalities voor een sociaal en rechtvaardig beleid.
  • Daar waar mogelijk sluiten we aan bij het regelmatige overleg van Woonopstand om mee te kunnen praten en beslissen over de activiteiten van de woonbeweging.
  • Op plaatselijk niveau kijken we hoe we het beste een bijdrage kunnen leveren aan de versterking van de woonbeweging. Dat kan via een plaatselijke groep woonprotest, al dan niet met een andere naam, via WWDH, Lokaal FNV of een bewonersactiegroep in een buurt.
  • We stimuleren plaatselijke groepen van woonprotest en/of eventuele coalities tegen extreemrechts actief mee te doen met de jaarlijkse campagne van Wij Weigeren De Huurverhoging. Het is een tijdelijke – maart t/m juli – en concrete activiteit richting de werkende klasse om hun financiële positie te verbeteren. In 2024 gaat het per 1 juli om de grootste huurstijging in veertig jaar.
  • We gebruiken de komende periode om meer kennis over (bijvoorbeeld over de strijd in buurten en wijken) en actieve ervaring op te doen in de woonbeweging om onze activiteiten verder uit te werken. Het Netwerk Wonen haalt in dit kader periodiek ervaringen op uit de afdelingen om deze te kunnen verwerken in een strategie om tot duurzame en actieve organisatie van bewoners en woningzoekenden te komen.

Palestina

Een specifieke beweging die nu belangrijk is om op in te zetten is protest tegen de etnische zuivering die plaatsvindt in Gaza. Als Socialisten moeten we helpen met het opbouwen van solidariteit voor de Palestijnen. Daarbij is belangrijk dat onze internationalistische principes voorop staan en naar voren worden gebracht. Hiervoor zullen we eerst moeten onderzoeken welke contacten leden in hun netwerk hebben die in nauwe verbinding staan met de internationale Palestinabeweging om op basis van hun inzichten zo nuttig mogelijke solidariteit te organiseren, naast onze aanwezigheid bij protesten en blokkades die al georganiseerd worden.  

We moeten geen illusies hebben in acties die op dit vlak beroepen doen op het internationaal recht. Zulke acties kunnen weliswaar nuttig zijn, maar zijn op zichzelf ontoereikend: datzelfde internationale recht is immers niet in staat geweest 75 jaar bezetting tegen te gaan en de instituties waarop zij gestoeld is zijn de veroorzakers en goedpraters van het huidige bloedvergieten. Bij acties die geen ruimte bieden voor politieke uitingen, moeten we duidelijk maken dat mensen die in deze context geen kant kiezen, daarmee de kant van de onderdrukker kiezen.