de ingediende

Moties

Omwille van de privacy zijn de namen van de indieners weggehaald. Deze zijn te vinden in Intern Bulletins 33 en 35.

Motie 1: Deelname eerstvolgende landelijke verkiezingen

Overwegende,

dat het van groot belang is om als arbeidersklasse onze klasseonafhankelijkheid van de burgerij te waarborgen; 

dat wij derhalve als socialisten – als voorhoede van onze klasse – de plicht hebben ons voor  die klasseonafhankelijkheid in te zetten, en daarvoor alle mogelijke middelen moeten gebruiken;

dat de verkiezingen een agitatorisch strijdterrein zijn voor onze klasse, en verkiezingen het moment zijn waarop zij het meest met politiek engageert; 

dat wanneer er geen vertegenwoordiger van de georganiseerde arbeidersklasse verkiesbaar  is, dit de stemmende proletariër geen andere optie geeft dan het niet-stemmen, of het steunen van een burgerlijke kandidaat; 

dat er voor het oproepen om niet te stemmen – een verkiezingsboycot – geen voldoende grond is; 

dat er in alle waarschijnlijkheid geen vertegenwoordiger van het proletariaat verkiesbaar gaat zijn;

dat deze twee feiten een sterke inperking van de klasseonafhankelijkheid zouden  betekenen, daar ze onze klasse enkel de burgerij als haar vertegenwoordiger voorschotelt;

dat wij de middelen tot deelname tijdig kunnen ontwikkelen. 

Besluit het congres tot deelname aan de eerstvolgende landelijke verkiezingen, en geeft zij het  bestuur de opdracht tot het aanstellen van een commissie om de voorbereidingen voor deze  verkiezingen te treffen.

Onderbouwing:  

Voor de deelname aan de landelijke verkiezingen is een principieel en een praktisch argument. Vanwege het belang van het principiele argument staat deze in de motie uitgelicht en zal ik deze als eerste toelichten. 

Als arbeidersklasse is het van belang om onze klasseonafhankelijkheid van de burgerij te waarborgen. Ofwel: we moeten ons als socialisten actief tegen het politiek afhankelijk worden van  de arbeidersklasse van de burgerij verzetten. Deze regel gaat ook op ten aanzien van verkiezingen. Wanneer er geen vertegenwoordiger van de arbeidersklasse verkiesbaar is, en er niet op wordt geroepen tot het boycotten van de verkiezingen is er zelfs voor de meest progressieve delen van onze klasse enkel de optie over om haar hoop te storten op burgerlijke vertegenwoordigers. Marx schreef om deze reden al aan de arbeiderspartij van Duitsland dat zij ook mee moest doen in kiesdistricten waar er geen enkele kans bestond op overwinning. 

Dat er geen vertegenwoordiger van onze klasse verkiesbaar gaat zijn is een waarschijnlijk feit. Bij1, wiens loyaliteit aan de arbeidersklasse en het internationalisme al twijfelachtig was, is ten gronde gegaan en partijen zoals de PvdD en de SP zijn op veel internationale kwesties verraderlijk gebleken – met openlijke steun aan, of dadeloze kritiek op, de NAVO en een groeiend imperialisme.  

Voor het boycotten van de verkiezingen is mijn inziens niet genoeg grond. De arbeiders beweging ziet voor een merendeel het politieke bestel nog als legitiem, en onze impact zal dan ook  geen vraagstuk van de legitimiteit van de tweede kamer opwerpen. Op haar best zou het een beperkte agitatorische activiteit betreffen.  

De enige optie die overblijft is dus om zelf mee te doen met de verkiezingen, om zo een optie te bieden aan onze klasse om op een partij te stemmen die hun belangen nastreeft. Op deze  wijze waarborgen we de klasseonafhankelijkheid van in ieder geval de meest progressieve delen van  de arbeidersklasse, die we zodoende niet in de armen van de burgerij hoeven drijven.  

Dat onze kans op het winnen van een zetel in dit proces klein is, is niet van belang, verkiezingen hebben immers voor revolutionair socialisten altijd al een agitatorische functie gehad die bewaard blijft bij een onsuccesvolle deelname. Een welke ons en zij die op ons stemmen zal tonen hoe groot onze maatschappelijke kracht is en ons een platform bied voor revolutionaire politiek op een moment dat alle oren op politiek zijn toegespitst.  

Naast deze principiele grond is er echter nog een praktische reden om deelname. Ze kan namelijk  helpen om onze partij op te bouwen.  

In de eerste plaats wil ik hiermee een argument weerleggen die vaak tegen deelname aan  de verkiezingen wordt gemaakt, namelijk dat we voor zo’n deelname niet klaar zouden zijn. Dit is  echter een cirkelredenering bij uitstek. We worden namelijk nooit klaar voor deelname zonder  onszelf te dwingen voor deelname klaar te worden. Iedere vorm van organisatie blijft immers in  balans tenzij ze tot verandering gedwongen wordt. Dat gaat zowel op voor de economie (het  feodalisme kon zich niet tot het kapitalisme ontwikkelen zonder de dwang van de oorspronkelijke  accumulatie), voor natuurkunde (iets komt pas tot beweging doordat er energie op uit wordt  geoefend), en voor onze partij (onze partij ontwikkelt zich niet naar de mate van organisatie die voor  verkiezingen nodig is, zonder dat ze gedwongen wordt die verandering te maken). Erg simpel  gezegd: geen gevolg zonder oorzaak.  

Wanneer wij op het congres besluiten aan verkiezingen deel te nemen scheppen we de  mogelijkheidsvoorwaarden om klaar te zijn voor verkiezingen. We dwingen ons om ons klaar te  maken: Onze organisatie stabieler en professioneler te maken, aan geld te komen, onszelf te scholen  en te trainen in voor verkiezingen belangrijke zaken. De objectieve druk van tijd, het feit dat wij niet  kunnen veranderen of verkiezingen worden uitgesteld of makkelijker worden, versterkt deze dwang op een niveau dat weinig anders dat kan. Zó worden we klaar voor de verkiezingen.

Ik denk dat we – onder die zelfopgelegde dwang – tijdig klaar kunnen zijn voor de  verkiezingen, ten dele omdat we wel de middelen bezitten om onder die dwang kwalitatief te  veranderen. Onze organisatie heeft namelijk al een bruikbare kwantitatieve groei doorgemaakt. Om  dit te illustreren, en om dit droge betoog wat op te fleuren heb ik voor jullie wat grafiekjes gemaakt: 

In de eerste plaats heeft ons ledenaantal zich flink ontwikkeld. Toen we meededen met de  gemeenteraadscampagne van 2022 hadden we niet veel meer dan 50 ingeschreven leden. Nu tellen  we er meer dan 300. Het is natuurlijk waar dat verreweg niet al die leden actief zijn, maar die  activiteitsgraad zal zich juist kunnen ontwikkelen door het uitspreken klaar te moeten worden voor  de verkiezingen. Ook moeten we ons bewust zijn dat deze groei in feite groter is, ons meer  slagkracht geeft, dan het lijkt. Marx leert ons immer dat een hoger aantal arbeiders, met betere  productiemiddelen niet gelijkmatig met hun groei, maar exponentieel meer kunnen produceren.

Ook ROOD, die ons bij kan staan bij het praktische voetwerk heeft een ontwikkeling doorgemaakt.  Ze is in groepenaantal flink gegroei sinds de gemeenteraadscampagne van 2022. Doordat het aantal  groepen is gegroeid is ook het aantal plekken waar we voor de verkiezingen actief kunnen zijn  groter. Op plaatsen waar wij geen afdeling bezitten kunnen zij ons bijstaan, en hebben de kleinere  ROOD-groepen in kleinere plaatsen bovendien een waardevolle taak die ze niet vaak toebedeeld  krijgen. 

Ook onze middelen zijn gegroeid, met als belangrijkste ontwikkeling de groei van het aantal  actiepanden die we in handen hebben. Van 1 in 2022, naar 3 volwaardige panden in 2024. Dit plaatst  ons in dit opzicht ver boven partijen als bij1, en PvdD uit, die enkel kantoren voor hun bureaucratie  onderhouden, en kunnen als centra dienen die ons bijstaan in onze groei. 

Als laatste wil ik dit betoog afsluiten met een vraag die ik veel heb gekregen. Enkele leden zeggen dat het verlies van de gemeenteraadscampagne van 2022 tot demotivatie heeft geleid. Na het verlies stopte immers een flinke groep leden met actief zijn. Ik zou echter willen waken om hier een causaal verband te tekenen tussen het verlies en de daling in activiteit. (hier is immers ook geen bewijs voor, niet eens een enquete o.i.d.) Bij burgerlijke partijen zien we zelfs een nog veel grotere  daling in activiteit dan wij doormaakte wanneer zij verkiezingen winnen. Het zit in mijn ogen zo:  onze leden, en die van elke andere partij ondergaan nog steeds dezelfde maatschappelijke  krachten als mensen buiten partijen om. Dus ook het feit dat zij zich meer met politiek bezig zullen  houden rond verkiezingstijd gaat voor hun op. 

Bovendien denk ik dat we ons voor moeten bereiden op de onwaarschijnlijkheid van een zetel, en moeten we onze motivatie veel meer halen uit de agitatorische functie voor deelname en de manier waarop we de bestaande arbeidersbeweging bij kunnen staan. Neem als voorbeeld de  “vredesbeweging” en de bewegingen die zich verzetten tegen het imperialisme voor wie er geen  enkele vertegenwoordiging bestaat. Wij kunnen met deze deelname een functie vervullen die zij op zichzelf niet kunnen uitoefenen en zo onze interventie ook bijstaan. 

Of, om af te sluiten: laat ons onszelf motiveren door te denken aan al die mensen, voor wie geen vertegenwoordiger bestond, wiens standpunten worden verketterd of weggezet als naïef. Aan hen kunnen we laten zien dat ze niet alleen staan in hun principiele politiek, dat wij hun streven delen, en dat ze deel uitmaken van een politieke beweging. Laat de stem die we hen geven ons motiveren, niet de zetel.

Motie 2: Naamswijziging

Overwegende, 

Dat de Socialisten overweegt om mee te doen met de landelijke verkiezingen;

de naam de Socialisten hiervoor afgekeurd zou kunnen worden vanwege haar te algemene karakter;

de naam de Socialisten dan ook te generiek is, en ons revolutionaire karakter niet helder uitdrukt;

onze deelname aan verkiezingen altijd een gevaar kan vormen voor ons revolutionaire karakter, voornamelijk wanneer deze niet openlijk zichtbaar en helder is;

het wijzigen van de naam kort na een grote campagne onwenselijk zou zijn, 

zodoende constaterend, dat de naam gewijzigd zal moeten worden eer we aan de verkiezing deel kunnen nemen, 

besluit het congres om de naam “de Socialisten” te wijzigen in het door het congres met de meeste stemmen verkozen voorstel tot naamswijziging. 

Onderbouwing: 

Vanaf het invoeren van de huidige naam is het al duidelijk geweest dat deze tijdelijk zou zijn. Ze is dan ook vluchtig gekozen, zonder democratisch mandaat aangenomen en over haar inhoud is weinig discussie geweest. Door de korte tijdspanne die we hadden om tot een naam te komen vind ik dat  deze handelswijze juist is geweest, maar deze gang van zaken heeft ons echter wel de taak toebedeeld om over de naam na te blijven denken en om uiteindelijk tot een betere naam te komen. Deze discussie is eigenlijk pas recent echt op gang gekomen, onder meer door het voorstel om ROOD aan te nemen als naam (waarbij het congres duidelijk uitsprak een naamswijziging te willen), het voorstel voor R.S.P. van mijn hand, en de voorstellen die vervolgens vanuit naamsveranderingswerkgroep zijn gekomen. 

De problemen met de naam zijn in de bijna vier jaar dat we haar gehanteerd hebben ook  duidelijk geworden. Voornamelijk de verwarring die ze veroorzaakt is belemmerend. Zo denken veel mensen in de bewegingen waar we in actief zijn dat we de Internationale Socialisten zijn. Ze weet ons dan ook niet inhoudelijk van andere organisaties – waaronder reformistische organisaties zoals de SP – te onderscheiden. Deze belemmering in ons dagelijkse werk, die het lastig maakt om naamsbekendheid, en daarmee vertrouwen, op te bouwen in de bewegingen waar we ons in bevinden vergt het aannemen van een nieuwe naam. 

Ook is het om praktische redenen noodzakelijk om onze naam te wijzigen met betrekking op de verkiezingen. Zo is de kans hoog dat de Socialisten door de kiescommissie zal worden afgekeurd en is de vaagheid die onze naam uitstraalt niet bevorderlijk wanneer we deel zouden nemen aan verkiezingen, landelijk of lokaal.  

Alle bovengenoemde redenen maken het in mijn ogen onvermijdelijk dat de naam hoe dan ookop den duur zal worden gewijzigd. Daaruit, en uit het praktische feit dat er nu de facto gewacht  wordt op een naamswijziging om grootschalig merchandising te drukken, komt voort dat er in mijn  ogen enige haast bij gebaat is. Voor het uitstellen van dit besluit zie ik ook weinig argumenten ter tafel komen behalve een abstracte roep om geduld. 

Over de specifieke naam zal het congres verder moeten beslissen.

Motie 3: Bespreken naamswijziging

Ingediend door: LinkerFlank

Het Congres van de Socialisten,

Constaterende dat:

  • Het bestuur heeft laten weten dat naamswijziging alleen besproken wordt als er gekozen wordt voor verkiezingsdeelname door het Congres;
  • Het Congres, en niet het bestuur, besluit wat er op Congressen besproken wordt;
  • Het vierde Congres, gepland voor 31 mei, geen mogelijkheid biedt om de naamswijziging te verwezenlijken vóór 1 mei;
  • Het niet wenselijk is om een tweede spoedcongres voor de naamswijziging tussen het derde Congres en vierde Congres te organiseren;
  • Om de naam voor 1 mei te veranderen, het derde Congres zou moeten besluiten tot naamswijziging,

Overwegende dat:

  • Ook bij een buitenparlementaire partij de naam erg belangrijk is voor herkenbaarheid en aantrekkingskracht;
  • De 1 Mei demonstratie van de FNV een goed moment is om naamsbekendheid te verwerven met onze nieuwe naam,

Spreekt uit dat:

  • Naamswijziging op dit Congres wordt besproken, ongeacht de uitslag van de discussie en stemming over verkiezingsdeelname.

Toelichting:
De naam veranderen is ook buiten deelname aan verkiezingen erg belangrijk. De 1 Mei demonstratie van de FNV is een goede manier om wat naamsbekendheid te verwerven met onze nieuwe naam. Omdat we het bestuur liever niet nóg een spoedcongres willen laten organiseren voor de naamswijziging, stellen we voor om het ook tijdens het derde Congres te doen. Dit is mogelijk omdat het Congres beslist wat er op Congressen besloten wordt.

Motie 4: Naamswijziging via IRV

Ingediend door: LinkerFlank

Het Congres van de Socialisten,

Overwegende dat:

  • Een systeem waarbij het voorstel met de meeste stemmen wint een “spoiler effect” kan creëren, waar vergelijkbare namen elkaar belemmeren te winnen, en dit een situatie kan creëren waar een veruit minder populaire naam de verkiezing wint of erger, waar het malafide opgooien van vergelijkbare namen de verkiezing kan beïnvloeden
  • Strategisch stemmen de noodzaak creëert om in achterkamertjes te overleggen welke voorstellen überhaupt ingediend worden, waardoor de discussie van congress naar invloedrijke individuen wordt verplaatst
  • Instant Runoff Voting in tegenstelling tot Single Transferable Voting niet complex is (men rangschikt de opties, als géén de meerderheid haalt gaan de stemmen van de minst gekozen optie naar hun nummer 2, en zo verder tot één optie de meerderheid van de stemmen heeft)

Spreekt uit dat:

  • De eerste ronde uitgevoerd zal worden met Instant Runoff Voting
  • De winnaar van de eerste ronde vervolgens tegenover “de Socialisten” als naam wordt gezet waarbij de naam met de meerderheid van de stemmen in deze tweede ronde de naam van onze organisatie zal zijn

Toelichting:

Als we met een “meeste hoeveelheden”systeem werken en ik wil liever de naam “Communistische Partij” dan “Revolutionair Socialistische Groep” of “Linkse Bond”, dan zou ik de naam “Revolutionair Socialistische Bond” voor kunnen stellen om stemmen weg te trekken bij de voorstanders van de andere twee voorstellen. Doordat de voorstanders van “Communistische Partij” zich verenigden achter één voorstel zouden ze zo kunnen winnen van voorstellen die één op één wellicht gewonnen zouden hebben. Door IRV te gebruiken voorkomen we dit soort tactisch geneuzel en krijgen we de naam die onze vereniging het minst onacceptabel vindt.

IRV is níét het ondertussen gehate STV, en niet complex. Het kan fysiek en zonder computer of lastige berekeningen uitgevoerd worden en iedereen kan het stemproces volgen en controleren. Men rangschikt alle opties en vervolgens tellen we die stemmen. Als een optie een meerderheid van de “1’tjes” heeft, wint deze optie, zo niet, kijken we welke optie de minste “1’tjes” heeft, we leggen deze stemmen dan op de stapel waar hun “2’tje” staat, heeft er nu een kandidaat een meerderheid, wint deze, zo niet kijken we welk stapeltje het kleinste is en leggen we die stemmen op hun eerstvolgende voorkeur, enzovoort tot één van de opties een meerderheid van de stemkaarten heeft.

Motie 5: Naamsvoorstel ‘Communistische Partij’

Ingediend door: LinkerFlank

Het Congres van de Socialisten,

Overwegende dat:

  • ‘De Socialisten’ als naam geen duidelijkheid verschaft over onze politieke ambities;
  • ‘De Socialisten’ als naam niet inspirerend werkt voor het meest vooruitstrevende deel van de arbeidersklasse dat wij om en in ons willen organiseren;
  • ‘De Socialisten’ als naam ons bovendien niet fundamenteel onderscheidt van de Socialistische Partij,
  • De Socialisten de ambitie heeft tot de oprichting van de communistische partij naar het model één land, één partij;
  • Alleen de naam ‘Communistische Partij’ die ambitie duidelijk weergeeft alsmede het meest vooruitstrevende deel van de arbeidersklasse voor ons project enthousiasmeert,

Spreekt uit dat:

  • De naam van de Socialisten gewijzigd zal worden naar ‘Communistische Partij’.

Toelichting:

De naam ‘de Socialisten’ kent veel kwalen. Deze naam onderscheidt ons niet duidelijk van de Socialistische Partij, is onduidelijk over onze communistische politiek en weet niet het meest vooruitstrevende deel van de arbeidersklasse, laat staan het jonge segment daarvan, te begeesteren. Het is nodig om onze naam te veranderen naar ‘Communistische Partij’ om onszelf te onderscheiden van zowel de SP als de linkse sektes en om de klasse duidelijk toe te roepen: wij ambiëren de bouw van de Communistische Partij die noodzakelijk is voor de revolutionaire machtsovername van het proletariaat!

Motie 6: Aanname van de naam “Communistische Partij in Nederland” (CPNL)

Het derde congres van de Socialisten worden verzocht het volgende voorstel goed te keuren:

Motie:

Het congres spreekt zich uit voor het aannemen van de naam “Communistische Partij in Nederland” (afgekort CPNL) voor onze partij. Deze naam wordt voorgesteld met de volgende motivering:

  1. Communistisch: Wij zijn een communistische partij die expliciet streeft naar de verwezenlijking van het communisme, zowel in Nederland als wereldwijd. Dit is vastgelegd in ons maximumprogramma en is de politieke koers die wij volgen. De keuze voor het woord “communistisch” weerspiegelt niet alleen onze ideologie, maar is ook de meest eerlijke en directe benadering naar de mensen, in het bijzonder de arbeidersklasse, die wij willen overtuigen en organiseren.
  2. Partij: Wij zijn een politieke partij in de breedste zin van het woord. Dit houdt twee belangrijke aspecten in:
    • Ten eerste willen wij actief deelnemen aan het politieke proces door middel van verkiezingen, zodat wij volksvertegenwoordigers kunnen kiezen en invloed kunnen uitoefenen in de verschillende politieke organen van Nederland.
    • Ten tweede streven wij naar de opbouw van een partijbeweging, waarin wij de arbeidersklasse op een inclusieve en veelzijdige manier proberen te verenigen, om gezamenlijk het politieke project van een communistische samenleving te realiseren.
  3. Nederland (NL): Wij zijn een partij die actief is in Nederland. De toevoeging “NL” verwijst niet alleen naar ons land, maar is tevens de internationaal gebruikelijke afkorting voor Nederland. Het past binnen de traditie van de oude Comintern, die vaak gebruik maakte van de afkorting van het land in de naam van de partij, maar wij kiezen voor een variatie door de afkorting “NL” te gebruiken in plaats van enkel de eerste letter. Deze toevoeging benadrukt niet alleen onze nationale focus, maar ook ons bewustzijn van de internationale context waarin wij werken. Het benadrukt dat wij ons als onderdeel van de wereldwijde beweging voor de omverwerping van het kapitalisme beschouwen. Bovendien sluit het aan bij ons streven naar een bredere, Europese partijbeweging.

Het congres wordt verzocht deze naamovername goed te keuren om onze duidelijkheid, identiteit en doelen zowel nationaal als internationaal te versterken.

Motie 7: Geen naamswijziging op spoedcongres

Ingediend door: Het bestuur

Het congres van De Socialisten bijeen op 15 maart 2025,

constaterende dat verkiezingsdeelname op dit moment niet aan de orde is;

constaterende dat er geen haast zit achter het veranderen van de naam van de organisatie wanneer er geen sprake is van verkiezingsdeelname;

overwegend dat de naam van de organisatie een van de eerste en belangrijkste vorm van uiting van partij-identiteit is waarmee potentiële leden/kiezers mee in aanraking komen.

Stelt voor om:

  • Niet over te gaan op het veranderen van de naam van de organisatie mits het congres tegen verplichte verkiezingsdeelname stemt;
  • de discussie aangaande een naamswijziging landelijk verder te voeren.

En gaat over op de orde van de dag.

Resolutie ‘what’s in a name’ 

Ingediend door: Communistisch Platform

In Intern Bulletin 30 (24 november 2024) van de Socialisten is een oproep gedaan om een spoedcongres te organiseren om ‘een lijn [te] vormen over de verkiezingen en een mogelijke autonome of gezamenlijke deelname aan de [Tweede Kamer]verkiezingen in het geval van het vallen van het kabinet’. De spoedcongresoproep is enigszins onuitgesproken over welke lijn ten opzichte van verkiezingsdeelname de ondertekenaars aanhangen; niet alle indieners zijn voor verkiezingsdeelname door de Socialisten, maar het is waarschijnlijk dat een groot deel van hen dat wel is.

Omdat de eerste Socialistenconferentie van 25 september 2022 in het kader van partijvorming besloten heeft om ‘toe te werken naar een partij met socialistische doelstellingen op basis van de volgende voorwaarden: programma (…); statuten (…); volwaardig bestuur van negen mensen; tien politiek actieve afdelingen met volwaardig [lokaal] bestuur. We werken toe naar de bovenstaande voorwaarden door gezamenlijke activiteiten op landelijk en lokaal niveau in de arbeiders- en sociale beweging. Een volgende conferentie zal besluiten of aan deze voorwaarden is voldaan (…).’ Is het belangrijk om te analyseren of we deze doelen al behaald hebben alvorens we onszelf gaan presenteren als partij; dat slaat zowel op een naamswijziging die het woord ‘partij’ behelst, als op deelnemen aan verkiezingen als een politieke partij. 

De redenen voor het uitroepen van dit spoedcongres, zowel het verkiezingsdeelname- als het naamswijzigings-aspect, lijken een sluimerende onvrede over de Socialisten bloot te leggen: de activiteit van de organisatie is te weinig en besluitvorming te traag; deelname in de organisatie wordt hierdoor demotiverend in plaats van activerend en er is dus activiteit nodig om dat gevoel te kenteren. Dat voelt als een vicieuze cirkel: voor activiteit is meer activiteit nodig. We maken echter de analyse dat verkiezingsdeelname deze problemen niet gaat oplossen, en de daarbij behorende naamswijziging ook niet.

Verkiezingsdeelname
  1. In Amsterdam, Rotterdam en Utrecht deden Socialistenafdelingen al mee aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2022, een paar maanden na massale royementen uit de SP waaruit de Socialisten is ontstaan, nog voor de Eerste Socialistenconferentie of het bestaan van een landelijke organisatie. Hoewel het in die drie steden aardig lukte om tientallen leden te activeren met campagnevoeren, heeft dit op de iets langere termijn een zeer beperkt effect gehad op het functioneren van deze afdelingen. Andere factoren, zoals het ontbreken van een landelijke organisatie, hebben daar wellicht aan bijgedragen, maar het is duidelijk dat de impuls van lokale verkiezingscampagnes niet volstaat zonder andere vormen van partijopbouw.
  2. De afgelopen jaren heeft BIJ1 laten zien dat zelfs het behalen van een Tweede Kamerzetel en meerdere gemeenteraadszetels (op het hoogtepunt acht in vier gemeentes) niet voldoende is voor partijopbouw: na het verliezen van de Kamerzetel bleek dat de partij met name berustte op een verstandhouding achter die zetel dat al gauw uit elkaar viel. Een gebrek aan het opbouwen van een democratische partijcultuur en -organisatie droeg hier aan bij.
  3. Verkiezingscampagnes, wanneer ze losstaan van een bestaande partijbeweging, gedijen bij een bepaald soort politieke activiteit: kortstondig (een aantal maanden), agitatorisch, op het promoten van de eigen organisatie gericht, en met (potentiële) charismatische persoonlijkheden als middelpunt. Het idee van een partijbeweging en partijopbouw gedijt beter bij het creëren van stabiele afdelingen, engagement met sociale bewegingen, langdurige vakbondswerking en buurtwerk, het opzetten van langdurige sociale en culturele instellingen, uitgebreide politieke educatie en een gezonde partijcultuur gegrond in open en democratische discussie. Het gevaar van deelname aan de verkiezingen zonder goed fundament, is dat wanneer wij onze middelen vooral inzetten op een verkiezingscampagne, dit ook sterk onze toekomstige partijcultuur gaat bepalen. 
  4. De voorstanders van deelname aan de verkiezingen zullen misschien vooral deze activiteit als kickstart zien om daarna aan het opbouwen van een partijbeweging te beginnen. Maar een organisatiecultuur is snel gevormd, zeker in het heetst van de strijd. De afgelopen jaren hebben we gezien dat het veel tijd en moeite kost om een organisatiestructuur die ontstond uit het heetst van de strijd in de SP om te vormen tot iets duurzaams. Bij BIJ1 hebben we gezien hoe snel een organisatie rondom bepaalde standpunten en een charismatische persoon (in de persoon van Sylvana Simons) kan ontstaan. Maar daar hebben we ook gezien dat dit ook de mankementen waren van die organisatie, en BIJ1 lijkt hieraan langzaam ten onder te gaan; de structuren leidden wel tot afdelingen, maar erg instabiel, die vooral vrijwilligers aantrokken in verkiezingstijd, en de persoon Sylvana Simons was doorslaggevend in partijdiscussies, en tegelijkertijd konden zij niet zonder Simons als charismatische vertegenwoordiger. Ditzelfde effect kan optreden als wij deelnemen aan verkiezingen zonder dat we de verdere basis op orde hebben, de gevolgen zullen des te desastreuzer zijn wanneer we succesvol zijn bij de verkiezingen.
  5. Als politiek project hebben wij de functie om alternatieve politieke keuzes te bieden op de voorstellen van de burgerlijke partijen en ijlende koers van de bestaande arbeidersbeweging. Verkiezingsdeelname is daar slechts een enkel middel toe, afhankelijk van tactische en strategische afwegingen. Wij hebben echter niet de plicht om ons op te stellen als een onmiddellijk substituut voor de burgerlijke politieke partijen. De wens om op korte termijn verslechtering van levensomstandigheden te voorkomen kan niet opwegen tegen de noodzaak om de lastige taak van partijopbouw realistisch in te schatten. Des te meer omdat een keuze voor verkiezingsdeelname ook op de langere termijn negatieve gevolgen kan hebben voor onze partijopbouw, en dus op de mogelijkheid een alternatief te bieden.
  6. Het is belangrijk nogmaals te benoemen dat de Socialisten (met ROOD als onderdeel van het project meegenomen) op dit moment geen partij is. Het maakt daarbij niet uit hoe het project zichzelf omschrijft. De Socialisten en ROOD in haar huidige vorm zijn ontstaan uit een (opgelegde) breuk met de SP, en een verzameling van tendensen en organisaties die zichzelf verenigden in Marxistisch Forum om zichzelf te verzetten door een door de SP-bureaucratie gestarte heksenjacht. Dit is belangrijk vanuit het beginsel dat als kleine revolutionaire groep een partij uitroepen een sektarische weg is. De realiteit is op dit moment dat het project in feite een factie in ballingschap is en zichzelf daardoor vooral kan verhouden tot de daarbuiten bestaande arbeidersbeweging. Dit betekent niet dat beperkte eigen agitatie, buurtwerk en andersoortige acties onmogelijk zijn, maar wel dat de hoofdmodus van activiteit zal moeten bestaan uit interventie samen met de bestaande beweging en richting de bestaande beweging.
  7. Wij zullen als organisatie niet deelnemen aan de komende Tweede Kamerverkiezingen. In plaats daarvan kiezen wij voor een koers van geduldige partijopbouw. De eerste stappen daartoe worden al gezet door de afdelingen, maar de kameraden die de discussie rondom het voeren van een verkiezingscampagne zijn gestart laten zien dat er duidelijke behoefte is aan meer activiteit en een duidelijker plan. Daarom dragen wij het bestuur op om voor het eerstvolgende congres met een voorstel te komen om het ontwikkelen van activiteiten uit te bouwen. Dit document moet als basis gaan dienen voor het bestuur, netwerken en afdelingen voor hun activiteiten de komende periode. In de tussentijd blijven de afdelingen en netwerken doorgaan met activiteiten opbouwen en blijven wij doorgaan met de anti-NAVO-campagne. De organisatie zal dus niet stilstaan, maar het voorstel moet dienen om onze activiteiten als organisatie verder uit te bouwen en uit te diepen.