Bestuursverantwoording
ALGEMEEN.
Op 25 september 2022 heeft de eerste conferentie van De Socialisten een eerste landelijk bestuur gekozen, dat bestaat uit de volgende zes leden: Michel Eggermont (voorzitter), Mark de Bokx, John Cozijn, Alex de Jong, Max Krijnen en Erik Meijer. Het heeft zich voornamelijk beziggehouden met het vele voorbereidingswerk voor het tot stand komen van een ‘echte’ landelijke organisatie en de komende conferentie.
Samen met kameraden die zich aangemeld hebben voor verschillende commissies is het gelukt om de door de conferentie aan het bestuur opgedragen taken uit te voeren. Er is een ledensysteem, nieuwsbrief, website, sociale media aanwezigheid en contributie-systeem opgezet, een voorstel voor een programma-tekst en statuten geschreven en de tweede conferentie wordt georganiseerd.
We hebben voorrang gegeven aan het snel tot stand brengen van rechtspersoonlijkheid voor een landelijke organisatie die kan uitgroeien tot partij. De bestaande rechtspersoon Socialisten Utrecht zal daartoe worden uitgebouwd. De daarvoor benodigde volwaardige statuten zijn in februari en maart opgesteld. Om te voorkomen dat de voorbereiding leidt tot een jarenlange verkenning van wensen en mogelijkheden, gevolgd door tijdrovend inpassingsoverleg met een notaris, hebben we beproefde oude statutenteksten van PSP, SP en SAP daarvoor gebruikt. Dit onderdeel kan door de besluitvorming op 13-5 worden afgerond, zodat we in dit opzicht een snelle start kunnen maken.
Werken aan een programma was veel gecompliceerder. Op het voorstel dat er nu ligt is veel kritiek gekomen. Ook was er geen tijd voor een langer proces van het verzamelen van input. Allicht had een andere procedure een voorstel kunnen opleveren dat bredere steun zou hebben dan de tekst die er nu ligt. Maar dan zou het ook onmogelijk zijn geweest de door de conferentie opgelegde deadline te halen. De tekst die er nu ligt is een stap in een langer discussie-proces, en het is een groot voordeel dat er een concrete tekst is waar mensen op kunnen reageren.
In het concept programma lijkt het onderdeel maximumprogramma het minst omstreden. Voor het minimumprogramma bleek een veelheid van wensen, zowel onomstreden traditionele punten uit socialistische partijprogramma’s als detailwensen op onderdelen waarover geen eenstemmigheid bestaat. Ook de verhouding tot het op 25-9 aangenomen koersdocument, dat een aantal doelstellingen, werkterreinen en contacten aangeeft, was niet geheel duidelijk. De vraag is aan de orde op welke onderwerpen en actieterreinen we met de meeste slagingskansen onze inzet op korte termijn kunnen richten. De komende conferentie zal moeten vaststellen hoe hiermee verder gewerkt gaat worden en welke strijdterreinen we het meest urgent vinden. Dit vraagt naast een programma een perspectieventekst waarin we de ontwikkeling van de arbeidersbeweging en andere sociale bewegingen binnen het politieke speelveld analyseren, onze rol daarin beoordelen en besluiten op welke manier we kunnen interveniëren in deze bewegingen.
De discussie over het programma dient de komende periode te worden doorgezet. Dit betekent niet dat we in de tussentijd geen discussie kunnen voeren over onze politieke interventies en daarmee een gezamenlijke praktijk opbouwen. Dit komt niet in de plaats van een programma.
Maar deze inspanningen gingen ten koste van de mogelijkheid om andere dingen te doen. Aan grote breed aansprekende en urgente activiteiten, waarbij nu politiek dakloze socialisten en nieuwe belangstellenden zich willen aansluiten, kwamen we nog niet toe. Ook kwamen we onvoldoende toe aan organiseren van evenementen, het gezamenlijk mobiliseren voor demonstraties, actief volgen van de lokale politiek en daar inspiratie vinden voor landelijke actie.
Het huidige bestuur werd in zijn mogelijkheden beperkt doordat het maar zes leden heeft, terwijl een aantal van tenminste negen bestuursleden gewenst is. Te veel werk kwam neer op te weinig personen. Michel de voorzitter draagt tevens de eindverantwoordelijkheid voor secretariaat, ledenbulletins en financiën. Alex deed onder meer de eindredactie van het programma, Erik statuten en buitenland, John sociale media, congresvoorbereiding en klimaat, Mark de opbouw van onze sterkste afdeling in Rotterdam, Max was langdurig uitgeschakeld. Periodiek vergaderde het bestuur samen met de contactpersonen van afdelingen, de themagroepen en het landelijk bestuur van ROOD om de voortgang in zaken van gezamenlijk belang door te spreken.
We zijn een volledige vrijwilligersorganisatie zonder kantoor, zonder vrijgestelde medewerkers en zonder volksvertegenwoordigers. Dit beperkt onze mogelijkheden en onze snelheid. Alhoewel we op papier enkele honderden leden hebben, is het moeilijk gebleken om mensen te vinden die organisatorische taken in de landelijke structuur op zich nemen. Veel van onze leden zijn al actief in ROOD of op lokaal vlak.
Het bestuur ervaart het ontbreken van het politieke bewustzijn dat voor het opbouwen van een democratisch functionerende organisatie met een landelijke structuur een minimale hoeveelheid bureaucratisch werk gedaan moet worden. Zonder dit bureaucratisch werk kan er geen democratische discussie zijn, wordt geen ledenadministratie of financiën bijgehouden, is er geen organisatie. Het gebrek aan dit bewustzijn is vervolgens weer een rem op de politieke ontwikkeling van de organisatie. Hierdoor lijkt de organisatie vooral intern gericht te worden. De oplossing van dit dilemma ligt niet in een voornemen om ons dan maar meer naar buiten te richten en minder op de interne zaken. We zullen eerst de verantwoordelijkheid voor de opbouw van de organisatie collectief moeten maken. Centraal hierbij is het bewustzijn dat er dingen gedaan moeten worden. Daarbij zullen we wellicht niet altijd direct structuren hebben met eigen vergaderingen, zoals een redactie of een IT-commissie, maar het besef dat er bijvoorbeeld een Intern Bulletin gemaakt moet worden en daarbij het initiatief nemen om een bijdrage aan de totstandkoming te leveren.
OPBOUWPROJECTEN.
Naast de afdelingen in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, die begin 2022 als zelfstandige vereniging aan de gemeenteraadsverkiezingen deelnamen, zijn er georganiseerde groepen in Groningen, Overijssel, Gelderland en Noord-Brabant, en individuele leden in Friesland en Limburg. Op 19 april was de eerste vergadering van Socialisten Den Haag/Zuid Holland West. Tezamen inmiddels ongeveer 300 leden, maar van een grote aanwas van nieuwe leden is geen sprake. In de grote steden kost het veel moeite om de activiteiten op een voldoende niveau te houden. In kleinere afdelingen lijkt sprake te zijn van stabilisatie, maar nog weinig vooruitgang. Veel leden zijn wel actief op deelterreinen en in bewegingen.
Het is niet gelukt een redactie voor de website te vormen te vormen omdat op de oproep hiervoor geen vrijwilligers kwamen. We hadden als bestuur meer werk moeten steken in het benaderen van potentiële redactieleden om deze ervan te overtuigen dit werk op zich te nemen. Dat er geen redactie is gevormd, is symptomatisch voor het grootste gebrek van onze activiteiten, namelijk dat we te veel bezig zijn geweest met naar binnen gericht werk, en te weinig met de politieke profilering van de organisatie.
De sociale mediacommissie werkt nog te wisselvallig. We zijn vooral actief op Twitter en in mindere mate Instagram. Actief zijn op Facebook is niet gelukt. Het aantal volgers op Twitter is vergroot maar nog steeds relatief laag.
Het Klimaatnetwerk belegde een aantal landelijke bijeenkomsten, mede gericht op het uitdiepen van visies op economische groei, kernenergie en ecosocialisme. Dit netwerk functioneert goed, maar het aantal actieve leden in klimaatbeweging is beperkt. Het Netwerk Wonen voldoet nog niet aan de verwachtingen. De maandelijkse online bijeenkomsten worden nauwelijks tot niet bezocht. Anderzijds zijn er leden in Groningen, Leeuwarden, Utrecht, Amsterdam en Rotterdam kameraden zich met volkshuisvesting bezig houden. In het najaar wil het netwerk een herstart maken. Het netwerk Internationaal was steek toegespitst op contacten inzake beëindiging van de oorlog in Oekraïne, maar daarbuiten waren veel meer leden elk op een eigen wijze bezig met dit onderwerp. Na de eerste conferentie is het FemSoc Netwerk gevormd. Naast een aantal interne bijeenkomsten zijn leden van het netwerk actief betrokken geweest bij de mobilisatie voor de Feminist March op 5 maart en andere activiteiten rond de internationale vrouwendag op 8 maart.
Het is van belang als organisatie actief te zijn in de vakbond en sociale bewegingen. Onze werking in de vakbeweging is zwak. Het is niet voldoende om bij demonstraties aanwezig te zijn en ons te profileren met onze vlaggen/spandoeken. Wel zijn onze leden individueel betrokken bij het FNV-ledenparlement, de sectorraden en werkgroepen.
Over de verschrikkelijke oorlog in Oekraïne, waarvan het vervolg in geheel Europa leidt tot nogal sterk uiteenlopende standpunten en initiatieven onder socialisten, organiseerden we op 22 april een beraad in Utrecht. Ons netwerk internationaal en andere leden zijn betrokken bij verschillende Oekraïne-initiatieven, die elkaar niet geheel overlappen. Het debat over Oekraïne is niet georganiseerd als reactie op de verklaring van het bestuur van het CP. Er was sprake van moties over Oekraïne voor de conferentie. We wilden de discussie daarover niet de conferentie laten domineren, tegelijkertijd vonden het belangrijk dat er een discussie over zou worden gevoerd voordat er eventueel een beslissing over zou worden genomen. De manier waarop in de verklaring van CP over andere leden van onze organisatie werd gesproken riep onderlinge gevoelens van verbittering en ontmoediging op, die daarna moesten worden uitgepraat. Daarbij gaat het met name hoe niet-CP-leden de werkwijze van CP ervaren.
EXTERNE CONTACTEN.
Meteen na 25-9 stuurden we een persbericht uit over de grote deelname aan onze conferentie, onze besluiten en het voornemen toe te werken naar een nieuwe partij. De media hadden voordien veel aandacht besteed aan het conflict binnen de SP, de uitstoting van ROOD en de deelname van onze lokale organisaties aan de raadsverkiezingen in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. Na die golf bleek deze belangstelling voorlopig voorbij en leverde ons bestaan geen media-aandacht op.
Om de samenwerkingsverbanden ‘European Left’ (partijenkoepel) en ‘The Left in the European Parliament’ (gezamenlijke eurofractie) te informeren over ons ontstaan en bestaan werd een Engelstalig overzicht opgesteld. Daarmee kunnen we de betrokken aan ons verwante buitenlandse partijen laten zien dat in hun omgeving niet alleen de voorheen vertegenwoordigde SP en de nu in hun midden vertegenwoordigde PvdD bestaan maar ook onze organisatie. We hebben dit nog niet aan hen ter kennis gebracht omdat we nu nog onvoldoende zijn gevorderd in de uitbouw van onze organisatie en we bij het aangaan van contacten een voldragen start willen maken.
Met betrekking tot de uitvoering van de op 25-9-2022 aangenomen motie inzake onze betrekkingen met BIJ1 is een aantal voormalige SP-leden geïnterviewd die hun overstap hebben gemaakt naar die partij. Met name is van belang welke gezamenlijke toekomstprojecten van De Socialisten en BIJ1 mogelijk zijn. Inmiddels heeft een eerste verkennend gesprek tussen beide voorzitters plaatsgevonden en organiseert ROOD op 1 Mei een gezamenlijke activiteit in Amsterdam.
Het bestuur was met drie leden aanwezig bij de jaarlijkse Sneevliet-herdenking op 16 april in Driehuis-Westerveld. Ook waren bestuursleden aanwezig bij onder meer manifestaties van FNV, woonprotest en Extinction Rebellion.
FINANCIËN
Bij de start beschikten we niet over landelijke financiën en een landelijke contributie-inning. Besloten is tot een centrale aanpak, met Socialisten Utrecht als verzamelpunt voor ledenadministratie en kwartaal-betalingen voor de contributie.
Na overleg met de afdelingen is besloten tot een landelijke contributieregeling. Deze is vastgesteld op €9 per kwartaal voor studenten/werklozen en 0,5% van het netto kwartaalinkomen (met een minimum van €15 per kwartaal) voor werkenden. 2/3e deel van de contributie-inkomsten worden voor de afdelingen gereserveerd, 1/3e deel voor landelijk, in de eerste plaats voor de financiële ondersteuning van ROOD en de instanthouding van essentiële infrastructuur, zoals “de Gaffel. Deze landelijke contributieregeling is op 1 januari 2023 ingegaan.
De contributie-inkomsten die door Socialisten Utrecht ten behoeve van de landelijke organisatie en de afdelingen worden geïnt en gereserveerd bedroegen in het eerste kwartaal van 2023 €1925,03 door 106 van de 315 leden. Met de huidige 315 leden, uitgaande van eenzelfde gemiddelde contributie als de reeds betalende, zou de jaarcontributie uitkomen op ruim €22.500 per jaar. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat pas 3 van de 92 leden van de Rotterdamse afdeling via het ledensysteem/rekening Socialisten Utrecht hun contributie betalen. Een onbekend bedrag aan contributie wordt door een onbekend aantal Rotterdamse leden rechtstreeks aan de Rotterdamse afdeling betaald. Het aantal betalende leden bedraagt dus minder dan de helft.
Daarnaast hebben we inkomsten uit donaties. Voor de conferentie van 2022 ruim €2.800 euro, en tot nu toe voor de meiconferentie ruim €1.200 euro. De uitgaven bedroegen in de periode september 2022-mei 2023 € 2.243,27 waarvan € 1.675,75 aan huur, € 294,91 aan reiskosten, € 130,25 aan IT-kosten en € 129,86 aan bankkosten.
VOORUITZICHTEN.
We moesten te veel bezig zijn met intern functioneren en interne discussies. Het risico bestaat dat het uitsmeren van de voortzetting van de programma-discussie het komend jaar zo’n situatie nog zal versterken. We zullen onze interne organisatie moeten versterken en onze zichtbaarheid naar buiten moeten vergroten.
Het gebrek aan tijd en menskracht heeft er ook toe geleid dat er te veel taken bij de voorzitter zijn komen te liggen. Een nieuw bestuur zou de taken beter moeten verdelen. Dan is het ook niet meer nodig dat de voorzitter elke vergadering voorzit en deze voorbereidt. Taken als voorzitten en de agenda samenstellen kunnen ook in het bestuur rouleren. Het bestuur zal meer als collectief leiderschap moeten gaan functioneren, waarbij naast de ontwikkeling van het beleid ook de uitvoering van het beleid collectief ter hand genomen moeten worden, met name de dagelijkse taken. Daarnaast kunnen wellicht ook leden buiten het landelijk bestuur meehelpen met deze taken”.
De oplossing van het probleem van het gebrek aan politiek bewustzijn ten aanzien van de dagelijkse bureaucratische taken ligt niet in het uitbesteden aan een imaginaire ploeg leden buiten het bestuur. In een vrijwilligersorganisatie als de onze moeten we voorkomen dat we werkpaarden en luxe-paarden krijgen. We moeten juist de leden die bereid zijn om landelijke taken op zich te nemen stimuleren om zich kandidaat te stellen voor het landelijk bestuur.
Het zou een vergissing zijn als na mei er een herhaling komt van de vorige periode, waarbij te weinig kameraden zich inzetten voor de dagelijkse werkzaamheden om een democratische organisatie overeind te houden. De uitvoering van het werk dient collectiever opgepakt te worden. Voor elk politiek initiatief is het noodzakelijk dat de basis op orde is, een goede leden- en financiële administratie, het regulier verschijnen van interne bulletins en nieuwsbrieven. Want elk politiek initiatief brengt weer eigen praktische werkzaamheden. Alleen als deze basis van organisatievereisten geregeld is kunnen deze extra werkzaamheden vallen binnen een reeds bestaande structuur en zijn anders gedoemd te mislukken. Zonder organisatie, zonder discussie is er uiteindelijk ook geen activiteit mogelijk. Indien we dit collectiever organiseren kunnen we aan de slag met de in het koersdocument van 2022 vastgestelde politieke activiteiten, kunnen we komen tot een perspectieventekst en kunnen we voorkomen dat mensen met hun voeten gaan stemmen omdat de organisatie naar binnen gekeerd lijkt omdat iedereen naar elkaar kijkt als het gaat om het uitvoeren van taken. Dan komen we in een neerwaartse spiraal
Aandachtspunten voor de komende periode zijn onder andere: aantal leden en actieve leden vergroten; redactie website en sociale mediacommissie; landelijk secretariaat versterken; onze werking in vakbeweging en sociale bewegingen verbeteren; onze zichtbaarheid maar andere organisaties en naar buitenlandse gelijkgezinden verbeteren. Een nieuw bestuur zou meer tijd moeten steken in het assisteren van lokale afdelingen en in het actief maken (en houden) van leden.
Toch kunnen we trots zijn op de zaken die het afgelopen half jaar wel gedaan zijn. Er is een start gemaakt met de programma-discussie, door veel werk van een tiental kameraden. Er liggen conceptstatuten waaraan intensief gewerkt is, er is een ledensysteem en een financiële infrastructuur op grond waarvan een landelijke organisatie op 13 mei kan worden opgericht. Ook de grote hoeveelheid ingezonden inbreng voor de interne Oekraïne-discussie toont betrokkenheid, ook al blijkt hieruit hoezeer onze meningen uit elkaar liggen. In grote aan ons verwante buitenlandse partijen speelt diezelfde discussie, maar daar is de binding tussen de leden veel groter dankzij hun veelheid van uiteenlopende activiteiten. Wel dienen we te beseffen dat we een goede discussiecultuur niet vanzelf zullen bereiken.
Naschrift
ONTWIKKELINGEN AFGELOPEN ANDERHALVE WEEK.
In het verslag/verantwoording staan een aantal boude uitspraken die niet geheel overeenkomen met de werkelijkheid. Daarnaast hebben meer dan 40 leden de afgelopen afgelopen week hun contributie betaald, waardoor we nu 191 leden hebben (inclusief Rotterdam) die in het eerste en/of tweede kwartaal van 2023 hun contributie hebben betaald. Ook de opmerking ten aanzien van de groei behoeft enige relativering aangezien 21,8% van de leden dit jaar pas lid werden en 35,3% in het laatste kwartaal van 2022. Dat laatste ook omdat we daarvoor nog geen ledensysteem hadden voor leden buiten Rotterdam en Utrecht.
De volgende drie verdelingen geven meer inzicht in de ontwikkeling van de Socialisten
:
We hebben geen data ten aanzien van gender, omdat we dat niet registreren. Ik hoop dat jullie hiermee meer informatie hebben met betrekking tot de ontwikkeling van de Socialisten.