concept
Perspectieven
Inleiding
De Revolutionair Socialistische Partij bestaat ruim tweeënhalf jaar. We zijn een partij-in-oprichting die bouwt aan een volwaardige partij. Hiervoor bouwen we voort op onze jongerenorganisatie ROOD, Socialistische Jongeren, en de verschillende groepen in het hele land, waarvan sommigen in 2022 aan de gemeenteraadsverkiezingen hebben meegedaan. Op het vierde congres van 31 mei 2025 maken we de balans op en maken we plannen voor het volgende jaar. Dit document, de perspectieven voor 2025, vormt hiervoor de spil, en biedt handvatten en afspraken waar het landelijke bestuur, de lokale afdelingen, individuele leden en alle andere onderdelen van onze organisatie mee aan de slag kunnen en moeten gaan.
In die tweeënhalf jaar sinds onze eerste landelijke conferentie in september 2022 is er veel gelukt, maar veel ook niet. Tegelijkertijd heeft de rest van de wereld niet stilgestaan. De samenleving waarin wij ons begeven is constant aan verandering onderhevig. Daarom beginnen we met een analyse van deze samenleving. Als marxisten weten we immers dat het noodzakelijk is om eerst de materiële omstandigheden te analyseren, voordat we de veranderingen die we eisen in ons programma kunnen bewerkstelligen.
Daarna maken we een analyse van onze eigen organisatie. Wat is er gelukt, en wat niet? Hierin komen enkele onderdelen samen. Op bepaalde punten kan dit gedeelte ook beschouwd worden als een jaarverslag over 2024 en een bestuursverantwoording van het vierde bestuur. Om tot een coherente samenhang te komen die het gehele functioneren van onze organisatie tegen het licht zet, hebben we deze onderdelen in dit document verweven, in plaats van hier losse documenten van te maken. Waar dit te specifiek werd voor de perspectieven of logischer was om wel erbuiten te houden, hebben we wel aparte documenten geproduceerd. Deze zijn terug te vinden bij de documenten van het vierde congres. Waar nodig worden in dit gedeelte ook al afspraken gemaakt hoe onze organisatie op deze onderdelen kan verbeteren.
Als laatste blikken we vooruit. Welke politieke ontwikkelingen verwachten we, en welke grote aspecten willen we mee aan de slag? Dit doen we niet alleen in het laatste gedeelte van de perspectieven, maar ook al in de eerdere onderdelen, waar dat logisch was. We maken in die zin geen arbitraire splitsing in dit document. Wel omschrijft dit gedeelte de grote vergezichten. Sommige onderdelen daarvan verdienen daarom verdere uitwerking.
De perspectieven zijn een momentopname van de samenleving, van onze organisatie en waar we naartoe willen. Maar na het aannemen ervan, kunnen zaken veranderen. Bijvoorbeeld omdat de samenleving om ons heen heftig verandert, of omdat we zelf bij het uitvoeren van afspraken erachter komen dat bepaalde dingen niet goed werken. De perspectieven zijn een uitspraak van intentie waar we mee aan de slag willen gaan. Maar bij de uitvoering ervan moeten we blijvend analyseren wat wel en wat niet werkt. Zo kunnen we samen werken naar de perspectieven van 2026.
Analyse van de samenleving
Internationale conjunctuur
Op internationaal niveau bevinden we ons in een fase van de systeemcrisis van het kapitalisme die wordt gekenmerkt door globale instabiliteit en stagnatie in de centrale economieën, toenemende politieke en militaire spanningen over de hele wereld en pogingen tot strategische herconfiguratie en herschikking in zowel het mondiale Noorden als het Zuiden.
Economische crisis
De verstrekkende gevolgen van de financiële crisis van 2008 – explosie van de staats- en overheidsschuld, erosie van de mechanismen van internationale financialisering, massale overdracht van inkomsten van arbeid naar kapitaal met de daaruit voortvloeiende verarming van de arbeidersklasse wereldwijd – werden nog verergerd door de valse uitweg uit de coronacrisis. De reactie van de regeringen van het Noorden was, in Keynesiaanse termen, het uitbreiden van de geldvoorraad en het exorbitant verhogen van de overheidsuitgaven door middel van enorme uitgavenplannen – Renew Europe, de New Green Deal en nu ReArm Europe – ondersteund door plannen van groeiende schulden. Ondanks de enorme middelen en opofferingen van de arbeidersklasse werd een recessie ternauwernood vermeden (zoals in het geval van Duitsland). De onmogelijkheid om de rente te verhogen in een fase van algemene economische krimp was een bijkomende factor in de stijging van de wereldwijde inflatie, samen met de versnelde stijging van de energiekosten en de verkrapping van de wereldwijde toeleveringsketens, zowel voor industrieproducten als voor kritieke grondstoffen – zeldzame aardmetalen, energiebronnen – en landbouwproducten.
Het belangrijkste effect voor de arbeidersklasse is het chronisch worden van de daling van de koopkracht van arbeid, in het bijzonder van jongeren. Vandaag de dag is het al vanzelfsprekend dat “de nieuwe generaties niet in staat zullen zijn om het welvaartsniveau te bereiken dat hun ouders en grootouders wel hebben bereikt”. De kwetsbaarheid van de arbeidsmarkt, die steeds meer doordrongen is van onzekerheid – in een context van wijdverspreide flexcontracten en schijnzelfstandigheid – heeft een sterke impact op het niveau en de duurzaamheid van de lonen. Aan de andere kant zorgt de opmars van kunstmatige intelligentietechnologieën en automatisering in industriële banen en diensten voor nog meer onzekerheid vanwege hun mogelijke systemische effecten op de arbeid. Tot slot heeft de erosie van het besteedbaar inkomen als gevolg van de effecten van de investeringen van mondiale fondsen in de vastgoed- en toerismesector vooral gevolgen voor de stedelijke omgeving, waardoor het proces van verdrijving van grote massa’s van de beroepsbevolking wordt geconsolideerd en onze steden veranderen in themaparken voor de bourgeoisie en expats, met steeds meer lagen van de onzekere bevolking die werken om in hun behoeften te voorzien en zich geen huisvesting kan veroorloven.
Politieke crisis
In deze context dient het buitengewone momentum van extreemrechts en reactionaire en identitaire bewegingen over de hele wereld als een steeds stevigere basis voor de gewelddadige en autoritaire uitweg uit de crisis van het kapitalisme wereldwijd. De terugkeer van Donald Trump aan de macht in de Verenigde Staten is slechts een nieuwe golf van een getij dat wordt gevoed door het bereiken van steeds grotere hoogten van institutionele macht door reactionaire, identitaire en patriarchale politieke partijen en bewegingen in alle regio’s van de wereld. Dit proces, dat de afgelopen twee decennia is gegroeid, wordt gevoed door twee complementaire dynamieken: aan de ene kant de grootschalige verspreiding en lokale verankering van reactionaire politieke bewegingen, zoals in het geval van de fundamentalistische christelijke bewegingen in Brazilië en in heel Latijns-Amerika, het interklasse en massale karakter van de MAGA-beweging van Donald Trump of de consolidatie en radicalisering van het fundamentalistische Hindutva-project in het India van Narendra Modi. Deze dynamiek voedt op haar beurt de politieke macht van partijen die institutionele machtsposities willen innemen op verschillende niveaus van de staat. Aan de andere kant zijn we op internationaal niveau getuige van een steeds effectievere politieke en organisatorische coördinatie van deze bewegingen. Het hoogtepunt van de hegemoniale opkomst van de nieuwe reactionaire golf manifesteerde zich op iconische wijze met de slaafse aanwezigheid van de technologiebaronnen uit Silicon Valley bij de presidentiële inauguratie van Donald Trump: de nieuwe technofeodale oligarchie, ten dienste van het project van een decadent imperium om de wereld te domineren.
Op het geopolitieke front wakkert de groeiende economische instabiliteit de escalerende wereldwijde spanningen aan, die door verschillende factoren toenemen:
– De escalatie van regionale en proxyconflicten – oorlog in Oekraïne, genocide in Palestina en wijdverspreide conflicten in het Midden-Oosten.
– De groeiende confrontatie tussen de grootmachten als gevolg van de toegenomen agressiviteit van de VS en vazalstaten in West-Europa en Azië – Japan, Zuid-Korea – en Oceanië – Australië, Nieuw-Zeeland – tegenover China. De hypothese van de Nieuwe Koude Oorlog stelt niet langer de vraag of het wel of niet zal gebeuren, maar binnen hoeveel decennia of jaren de directe confrontatie tussen grootmachten een hete fase zal bereiken. Het onmiddellijke resultaat is een toenemende militarisering – met de NAVO als de beheerder van de nieuwe logica van strategische onderwerping van West-Europese vazalstaten aan de geostrategische belangen van de VS – en autoritarisme als antwoord op intern verzet tegen het wereldwijde project van imperiale overheersing.
– De toenemende agressiviteit van de VS in de internationale arena sinds Donald Trump aan de macht is, zelfs tegenover zijn bondgenoten – zoals in het geval van Groenland, het Panamakanaal, of zijn handelspartners in de EU met de unilaterale verhoging van tarieven – versnelt de ineenstorting van het multilaterale instanties dat voortkomt uit Bretton Woods. De systemische beperking van de Verenigde Naties om de stabiliteit van het mondiale bestuur op politiek gebied te garanderen, komt bovenop de slijtage van de instellingen van de internationale economische en financiële orde – IMF, WB, WTO – die niet in staat zijn om een handels- en financieel systeem te stabiliseren dat het rendement van het mondiale kapitaal garandeert.
– De poging van de BRICS+-landen, Brazilië, Rusland, India, China, Zuid-Afrika – plus 13 andere partnerlanden, sinds de top in Kazan in 2024 -, om nieuwe allianties aan te gaan op het gebied van handel, investeringsbeleid (via de Nieuwe Ontwikkelingsbank) en economische transacties buiten het SWIFT-systeem om. De centrale rol van China in dit proces maakt het mogelijk om de BRICS+ te begrijpen als een project tegen de hegemonie van het westerse blok, hoewel de duurzame impact van dit mechanisme op het mondiale economische systeem in een context van toenemende economische, commerciële en militaire spanningen nog te bezien valt.
Ideologische crisis
Ideologisch gezien wordt de ideeënstrijd van de bourgeoisie tegen collectieve emancipatieprojecten niet alleen gevoed door de opkomst van de wereldwijde reactionaire beweging. Hij wordt ook verdiept door de veralgemening van de gegeneraliseerde neoliberale, aspirationele en hyperindividualistische ideologie. De populaire klassen beginnen zich geen mogelijke vergezichten meer voor te stellen buiten een realiteit van overheersing en wrede uitbuiting, laat staan de mogelijkheid van klassenorganisatie en solidariteit als effectieve instrumenten voor emancipatie en sociale transformatie. Het aspirationele delirium, het geloof in meritocratie als methode voor individuele zelfverbetering en de uitbreiding van de cultuur van crypto-investeringen zijn slechts voorbeelden van wanhopige manieren om uit de groeiende cyclus van onzekerheid, verpaupering en eenzaamheid te komen. Deze ideologische besmetting versplintert de volksklassen nog verder, verdiept de scheidslijnen en verzwakt de solidariteitsmechanismen tussen sectoren van de arbeidersklasse. Dit alles vertaalt zich in de crisis van de organisatie en de verslechtering van het politieke bewustzijn van de arbeidersklasse – in het bijzonder van de jongeren. Het lijkt erop dat vandaag de dag de mogelijkheid van een collectief, democratisch, socialistisch en volksantwoord op de autoritaire aanval van het kapitaal verder weg is dan ooit.
De wereldwijde opkomst van identitair, racistisch, traditionalistisch en gewelddadig extreemrechts tegen alle dissidenten – vrouwen, LHTBI+-personen, migranten, socialisten – stelt socialistische emancipatoire projecten voor meerdere uitdagingen. Ideologisch, organisatorisch en in hoe we denken over de relatie van ons politieke project tot de samenleving als geheel. Het is duidelijk dat onze ideologische en klassenvijanden beter georganiseerd en gecoördineerd zijn en erin geslaagd zijn hun boodschap effectiever over te brengen. Wat is het socialistische antwoord op de dreiging van extreemrechts en fascisme in een onrustige wereld?
Ecologische crisis
In de afgelopen jaren heeft de toename van het aantal catastrofale weersomstandigheden de sociale en economische kosten van klimaatverandering verhoogd. Een ander effect van de opkomende reacties is de breuk in de fragiele consensus over maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan. Klimaatontkenning heeft zich opgewerkt tot het niveau van overheidsbeleid en dreigt onvoldoende vooruitgang op het gebied van wereldwijde overeenkomsten ongedaan te maken, zoals het Akkoord van Parijs, de doelstelling van koolstofneutrale economieën of de beperking van de uitstoot van broeikasgassen. De opeenvolgende COP’s (Klimaatveranderingsconferenties van de Verenigde Naties) tonen de onmacht van de internationale gemeenschap om ambitieuze afspraken te maken over de transformatie van de mondiale economische structuur, de obstakels van de rijke landen om voldoende middelen te verschaffen voor de gemaakte afspraken en dus de onhaalbaarheid van mechanismen voor gezamenlijke actie die werken volgens de logica van het mondiale kapitalisme.
Aan de andere kant zetten transnationaal kapitaal en imperialistische staten hun acties voort om een stabiele aanvoer van kritieke grondstoffen veilig te stellen – zeldzame aardmetalen, energiebronnen – en een toename van regionale conflicten is gekoppeld aan deze bewegingen – bijvoorbeeld in het geval van Congo. De winning en uitbuiting van de grondstofrijke landen in het Zuiden vertegenwoordigt de voorwaartse vlucht van een steeds gewelddadiger systeem, dat steeds minder in staat is om rijkdom te produceren en totaal onverenigbaar is met duurzaamheid binnen de grenzen van de planeet Aarde.
Nederland nu
De Nederlandse politiek heeft in de laatste 30 jaar een constante verschuiving naar rechts toe doorgemaakt, waardoor een aantal gevolgen van neoliberaal beleid nu tegelijk tot een crisispunt komen, wat leidt tot een permanent gevoel van instabiliteit. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de wooncrisis, veroorzaakt door het aan kapitaal overlaten van woningbouw, maar ook om bezuinigingen op sociale voorzieningen om de oorlogsmachine te bekostigen, een toename van de staatsschuld, toename van belastingen op arbeid en afname van belastingen op kapitaal etc., die leiden tot een toename aan precariteit van de werkende klassen. Bijdragend aan het gevoel van instabiliteit is ook het steeds verder onder druk staande demonstratierecht in Nederland, waarbij geweld door de politie steeds vaker de norm wordt, en de toenemende repressie tegen groepen en individuen die zich uitspreken op een manier die niet past binnen het kader van de hegemoniale politiek.
Militarisering en imperialisme
De toename in de arbeidsproductiviteit wordt in Nederland en daarbuiten in de rest van de imperialistische landen steeds kleiner, waardoor kapitaal nieuwe mogelijkheden zoekt om uit te breiden. Een van de instrumenten die westers kapitaal daarvoor tot zijn beschikking heeft, is de NAVO, waarmee zowel winsten voor de (wapen)industrie worden verzekerd, als afzetmarkten en grondstoffenmarkten onder controle van westerse industrie worden gehouden en gebracht (denk hierbij aan de bombardementen op Libië, het uitbreiden van de NAVO naar het oosten met als gevolg het in een oorlog met Rusland trekken van Oekraïne, de steun aan groepen als HTS in Syrië etc.). De kosten van militarisatie zijn echter hoog. Nederland heeft in Europa de laatste 20 jaar een voorlopersrol gespeeld op het vlak van bezuinigingspolitiek, waarmee werkloosheid wordt verhoogd en loonkosten voor kapitaal kleiner worden, met als doel om winsten te beschermen. Om de bij militarisering behorende bezuinigingen op sociale zekerheid en andere overheidstaken waar mensen direct wat aan hebben te kunnen verkopen wordt de samenleving steeds verder gemilitariseerd, met grotere zichtbaarheid voor het leger in het dagelijks leven, voorlichtingen op scholen, en de creatie van een vijandbeeld in Rusland en China. We zien hierin een verschuiving van de focus van imperialisme van landen die onder (neo)koloniale controle worden gehouden en gebracht naar meer directe confrontatie (zij het vooralsnog met name in woorden, met als uitzondering daarop de intensificatie van de genocide op de Palestijnen in de laatste anderhalf jaar, met steun van het westen) met machten die nog tot op zekere hoogte onafhankelijk van westers kapitaal kunnen opereren. Voorstellen om NAVO-troepen naar Oekraïne te sturen moeten in het kader van een middel om een toename aan uitgaven aan militarisering te kunnen verantwoorden worden gezien.
In de Nederlandse politiek is er weinig tot geen antimilitaristisch geluid, zeker niet op wat zich als links voor wil doen. Het politieke gesprek gaat niet meer over of, maar hoeveel, en hoe er geld in verdergaande militarisering moet worden gestoken. Tegelijkertijd is Nederland een van de Europese landen met de laagste sneuvelbereidheid, alhoewel er hier wel een toename in zou zijn. Hier zien we ruimte voor de RSP om onze antimilitaristische en anti-imperialistische standpunten naar voren te brengen, wat we ook al doen via de anti-NAVO-campagne. Bijkomend onderdeel is dat er momenteel met een streven vanuit het leger naar een aantal militairen van minstens 200.000 mensen wordt voorgesorteerd op een herinvoering van de opkomstplicht voor militaire dienst, waarbij ook wordt gesproken over een gedeeltelijke opkomstplicht. De verwachting is dat hiermee met name gemarginaliseerde jongeren (werkloos, niet studerend) gedwongen worden om in dienst te gaan, en zo te kunnen dienen als toekomstig kanonnenvoer, en die zo in elk geval verder worden achtergesteld. Indien er sprake zou zijn van het herinvoeren van de opkomstplicht, is het in elk geval onze taak als RSP om ons in te zetten voor de heroprichting van de Vereniging van Dienstplichtige Militairen als vakbond die onderdeel is van de FNV.
Wonen
De liberalisering van de volkshuisvesting sinds de jaren 90, met het omvormen van de woningbouwverenigingen naar woningcorporaties, en in het bijzonder de liberalisering van de vrije-sector huurmarkt sinds 2010, heeft ervoor gezorgd dat het bouwen van woningen geen overheidstaak of taak van woningbouwverenigingen meer is, maar wordt overgelaten aan de markt.
Mede als gevolg hiervan is de bouw van woningen gestagneerd, en zijn de woningkosten geëxplodeerd. Verantwoording van de liberalisering van volkshuisvesting was onder andere: “Door ongewenste marktverstoringen door de overheid terug te dringen, ontstaan marktconforme huren en koopprijzen die de schaarsteverhoudingen beter weerspiegelen.” De woningbouw neemt af vanwege, onder meer, het aan het bedrijfsleven overlaten van het bouwen van woningen. Zij hebben een focus op woningen in het grotere, duurdere segment, omdat die een hoger rendement opleveren. Dit heeft geleid tot meer schaarste en hogere woonkosten, met bijna een verdubbeling van de prijs van koopwoningen sinds 2015.
Bijkomstig probleem voor het bijbouwen van woningen blijft de stikstofcrisis, waarbij een keuze voor het in stand houden van intensieve veehouderij, die vooral veel oplevert voor de grote agro-industrie zoals producenten van veevoer en groothandels, de mogelijkheid tot woningbouw in sommige gebieden in verband met bescherming van kwetsbare natuurgebieden sterk beperkt. De landbouwsector in Nederland heeft een bijzondere positie in die zin, dat er nog geen sprake is van oligopolievorming of monopolievorming op het productieniveau (anders dan op het niveau van aanvoerketens van producten die nodig zijn om landbouw te kunnen bedrijven en in de afzetketens, waar wel monopolies bestaan) zoals in andere sectoren van de economie, waardoor de Nederlandse boeren voor het grootste deel kleinburgers zijn. Dit leidt ertoe dat ze numeriek ietwat sterker zijn dan kapitalisten in enge zin, en voortdurende druk op hun winstpositie leidt ertoe dat ze bijzonder behoudend zijn om productie te verkleinen of te veranderen. We verwachten daarom, in samenhang met druk vanuit de grote agro-industrie in de aanvoerketens en afzetketens, niet dat er op korte termijn vanuit beperkingen op de landbouw een echte oplossing voor de neerslag van stikstof in de natuur gaat komen.
Klimaat
De afgelopen jaren zien we dat de doelstellingen van de liberale overheden om klimaatverandering tegen te gaan, steeds verder uit het zicht verdwijnen. De 1,5 tot 2 graden maximale opwarming die in het akkoord van Parijs in 2015 is afgesproken, is in stilte losgelaten. Als alle huidige plannen worden uitgevoerd, leidt dit tot een opwarming van 2,6 graden aan het eind van deze eeuw.
Er is dus meer nodig, maar bij elke tegenslag kiezen de burgerlijke politici voor de kant van het kapitaal. Toonaangevend hierbij zijn de plannen van de nieuwe Europese Commissie Von der Leyen II, die de Green Deal van Eurocommissarissen Frans Timmermans en Wopke Hoekstra los laten ten behoeve van de industrie. Ook grote fossiele bedrijven als Shell en BP hebben hun duurzaamheidsdoelstellingen laten varen.
Waar het vergroenen van elektriciteit met zonnepanelen en windmolens, met name op de Noordzee, grotendeels is gelukt, staan andere problemen zoals overbezetting op het elektriciteitsnet waardoor nieuwe huizen en bedrijven niet aangesloten kunnen worden en het tekort aan grondstoffen als koper, lithium en het produceren van batterijen voor opslag in de weg.
Elektriciteit vormt in Nederland slechts 20% van de energiemix. De overige 80% is met name voor transport en warmte, die nodig is voor het verwarmen van huizen, het smelten van staal of gebruik in de chemie. Hier is nog geen duurzame vervanging voor, en de markt kan hier niet in voorzien.
Groene energie is te goedkoop wanneer er veel van beschikbaar is, en kan daarom niet winstgevend worden gemaakt. De Westerse overheden willen onder druk van concurrentie uit China en de proxy-oorlog met Rusland niet ingrijpen, en zetten in plaats daarvan in op grijze herindustrialisering en militarisering. Hierdoor dreigen deze jaren een verloren decennium te worden.
Sociale voorzieningen
Sociale huur, gezondheidszorg, openbaar vervoer en de laagste inkomens staan in Nederland voortdurend onder druk. De eis van winstgevendheid voor basisvoorzieningen voor het armste deel van de werkende klasse, zorgt ervoor dat deze steeds verder worden uitgekleed. Er zijn bezuinigingen aangekondigd in het openbaar vervoer in grote steden van 110 miljoen per jaar en in hoger onderwijs 500 miljoen per jaar. Het verlagen van de heffingsvrije voet van de inkomstenbelasting leidt tot toenemende belastingdruk op minimumloon en lagere inkomens.
De maatschappelijke meerwaarde van sociale voorzieningen, de opbrengst van deze voorzieningen voor het geheel van de maatschappij ten opzichte van het ontbreken van deze voorzieningen, wordt door het kabinet opgeofferd voor een boekhoudkundige winst op korte termijn. Gevolg is een verslechtering van deze voorzieningen, terwijl de prijs om gebruik te kunnen maken van deze voorzieningen omhoog gaat. De toegankelijkheid van deze voorzieningen verslechtert.
Het organiseren van verzet tegen de afbraak van sociale voorzieningen, in coördinatie met arbeiders werkzaam in deze sectoren, is van belang om de toegankelijkheid van deze voorzieningen niet nog verder onbereikbaar te maken voor grote delen van de arbeidersklasse, met name voor de laagste inkomens.
Staat van de beweging
De arbeidersbeweging in Nederland en daarbuiten staat er slecht voor. Waar vroeger veel mensen actief waren in ledenorganisaties, is activisme geïndividualiseerd en hobbymatig geworden. Demonstraties of campagnes worden veelal geïnitieerd door non-gouvernementele organisaties met betaalde medewerkers, die van subsidie van de overheid afhankelijk zijn. Hierdoor blijft het vaak bij zachte eisen en het delen van petities of andere individuele vormen van (online) activisme, in plaats van het organiseren van arbeidersmacht. In elk segment van de samenleving is hier nog wel een grote uitzondering op te vinden, zoals de FNV, Milieudefensie en de Woonbond, maar ook zij kampen met dezelfde problemen als de rest van de beweging. Op alle plekken heeft zich een bureaucratische laag gevormd, met daaromheen een schil van vrijwilligers die geen inspraak in de koers hebben.
Wij zetten daar een alternatief tegenover. De arbeidersbeweging moet gericht zijn op het organiseren van de massa, waarbij zelforganisatie, interne democratie en klassenonafhankelijkheid van fundamenteel belang zijn. Wij zetten daarom in op het onafhankelijk van de staat en het kapitalistische systeem organiseren van de arbeiders, die zich verenigen in permanente verenigingen van zelfbestuur.
Het organiseren van de massa is voor ons vanzelfsprekend. Maar voor de bestaande burgerlijke bewegingen is dit niet zo. Er zijn veel organisaties waar mensen zich niet kunnen mengen binnen de organisatie of binnen de bredere beweging. Zij organiseren mensen alleen als donateur of als (online) activist of vrijwilliger, zonder dat men daadwerkelijk onderdeel van de organisatie kan worden of aan de beweging gebonden wordt. We moeten ervoor zorgen dat elke drempel voor mensen om actief te zijn wordt afgebroken, en wordt vervangen met duidelijke en transparante manieren om bij te dragen en deel te nemen aan de organisatie en de beweging. Eenieder die in een sociale beweging actief wil zijn, moet dit kunnen en op democratische wijze de koers van de organisatie kunnen bepalen. In verschillende organisaties is er een laag van (betaalde) functionarissen. Het behoud van hun positie mag geen invloed hebben op de keuzes die een beweging maakt. De koers van een beweging moet bepaald worden door hen die in de beweging actief zijn, niet door deze laag van functionarissen.
We streven naar organisatie van de klasse, door de klasse, voor de klasse. Organisaties moeten zelf kunnen bepalen waarmee ze bezig zijn en daarbij niet hun oren laten hangen naar kapitaalbelangen die haar hierin beperken. Dat betekent vooral op financieel vlak dat hun belangrijkste inkomstenbron de structurele inkomsten van de mensen die in deze organisatie actief zijn moet zijn. Structurele subsidies vanuit de staat of “filantropische” fondsen vanuit het kapitaal moeten tot een minimum beperkt worden, omdat deze de organisatie afhankelijk maken van de staat en de belangen van het kapitaal. Hiermee wordt het democratisch proces binnen de bewegingen ondermijnd. Dat kan betekenen dat we organisaties moeten hervormen middels onze interventie daarin om ze te democratiseren en onafhankelijk van kapitaalbelangen te doen functioneren. In sommige gevallen kan het zo zijn dat bestaande organisaties dermate bij gratie van kapitaalbelangen (kunnen) bestaan, dat we ze beter links laten liggen en zelf een klassenonafhankelijk alternatief op kunnen bouwen. Welke route effectiever is, hangt af van het aandeel van de klasse dat al via een organisatie actief is en de staat en activiteiten van de organisaties zelf.
Waar de jaren vanaf 2020 gekenmerkt werden door Black Lives Matter-protesten en klimaatmarsen, boerenprotesten en snelwegbezettingen, woonopstanden en universiteitsbezettingen voor Palestina, is daar anno 2025 nog weinig van over. Alle grote demonstratie- en activismegolven lijken, voor nu, voorbij. Het is aan ons de taak om deze periode van relatieve rust te gebruiken om de beweging te helpen op te bouwen, en onszelf en de beweging voor te bereiden op de nieuwe golven van maatschappelijke onrust. We moeten hierin de leiders worden van de arbeidersbeweging, door het politieke kompas te worden aan de hand van ons programma en onze analyses. Alleen als we de periodes van relatieve rust goed benutten om ons hierop voor te bereiden en ons in de beweging in te bedden, kunnen wij op het juiste moment en op de juiste manier de bestaande tegenstellingen in de samenleving agiteren en kanaliseren naar materiële overwinningen.
In het koersdocument van september 2022 en de perspectieven voor 2024 spraken we uit dat we de opbouw van de sociale bewegingen als onze centrale taak zien. Desondanks is dat de afgelopen jaren nauwelijks gelukt. Zie hiervoor de analyse van de staat van de netwerken.
Het is desondanks goed om de grote sociale bewegingen te analyseren. In elke beweging is een veelheid aan organisaties, verenigingen en comités actief. Elk met haar eigen sterke punten en tekortkomingen. Om tot een goede analyse te komen is het nuttig dat we ons plan voor sociale bewegingen voor onszelf definiëren zodat we weten waar we heen willen en wat dus de hoofd- en tussentijdse doelen van onze interventie worden.
Ondanks al onze kritiek is het van het grootste belang dat we de bewegingen opbouwen, ondanks hun tekortkomingen. Onze kritiek krijgt vooral weerklank als we gezien worden als de beste bouwers. Kritiek is belangrijk maar zeker niet onze belangrijkste activiteit. Onze belangrijkste activiteit is inhoudelijk. Deelsuccessen zijn daarbij enthousiasmerend.
Klimaat
Aandacht voor milieuvervuiling en natuurverloedering bestaat reeds lang, maar die aandacht werd vroeger vaak gezien als een elitaire hobby, alleen geschikt voor bevoorrechte groepen en non-conformisten die zich de luxe konden veroorloven om daar geld, tijd en energie in te steken. Daardoor stond milieustrijd vaak los van de arbeidersstrijd en werden milieuproblemen te weinig in verband gebracht met het kapitalisme en diens eeuwige streven naar winstmaximalisatie.
Sinds een halve eeuw is het voor velen duidelijk geworden dat dat streven in hoge mate ten koste kan gaan van een schone bodem, schone lucht, schoon water, een leefbare woonomgeving, een goede gezondheid, een aardbevingsvrij leef-oppervlak en een stabiel klimaat. Door groeiend bewijs en bewustzijn over klimaatverandering en haar effecten werd klimaat- en milieustrijd steeds meer onderdeel van de antikapitalistische strijd.
Extinction Rebellion
Extinction Rebellion (XR) gedraagt zich tegenwoordig als het meest spontaan en activistisch. XR wijst op de noodzaak en urgentie van snelle veranderingen en organiseert daarvoor aandachttrekkende wegblokkades en sympathiserende solidariteitsgroepen. Wij verwerpen sabotageacties niet, noch illegale acties in het algemeen. Wel verwerpen wij het idee dat opstanden van kleine verlichte minderheden gaan leiden tot het soort maatschappijverandering waar wij naar streven. Stromingen die pleiten voor verandering door kleine minderheden vertragen dit proces, en staan dus niet aan onze kant. Ook gaan de eisen van XR niet verder dan de huidige kapitalistische staat te dwingen om “eerlijk te zijn”, “te doen wat nodig is” en een ondemocratisch ‘burgerberaad’ op te richten. Binnen de klimaatbeweging moeten wij dan ook deze alternatieve visie naar voren brengen, en daarmee organisaties zoals Extinction Rebellion op deze basis bekritiseren. Een belangrijke tekortkoming bij veel XR-activisten en acties is een focus op degrowth of het geheel sluiten van vervuilende productie. Ook in een arbeidersstaat moet er geproduceerd kunnen worden naar behoefte, en de beste manier om dat groen te doen is door massaproductie te vergroenen, niet door die te sluiten of te vervangen met kleinschalige productie.
Dat betekent echter niet dat we XR daarmee helemaal links moeten laten liggen; dan komt de kritiek hen immers ook minder makkelijk ten ore. We kunnen dus wel deelnemen aan acties waar XR bij betrokken is wanneer we dit nuttig achten, waarbij het belangrijk is dat onze leden scherp hebben op welke punten we agiteren, bijvoorbeeld door flyers te drukken en mee te geven waarin zowel onze strategische kritiek op XR als punten over staatsrepressie waarin we solidair met ze zijn, zijn opgenomen. Als RSP soep op schilderijen gooien leent zich hier waarschijnlijk minder goed voor dan een A12-bezetting waar grote delen van de bij het klimaat betrokken klasse aanwezig zijn. Bovendien geeft dit de kans om gezamenlijke actie-ervaring op te doen. Daarnaast zullen ‘rebellen’ die meer politieke diepgang zoeken, ontvankelijk zijn voor onze klassenbewuste politiek.
OV-protest
In 2023 is door ROOD onder de noemer van het OV-protest een demonstratie georganiseerd in Utrecht. Dat heeft helaas in 2024 geen gevolg gekregen. Wel is in de zomer van 2024 vanuit verschillende sectoren van de FNV de campagne Wij Reizen Samen gestart, waar onderdelen als klimaat en vervoer samenkomen. In verschillende afdelingen zijn wij daar ook bij betrokken, bijvoorbeeld door middel van solidariteitsacties bij stakingen in het streekvervoer. We houden deze campagne goed in de gaten, om te kijken of wij hier op termijn meer aan kunnen bijdragen.
Wonen
Van het momentum van de woonbeweging in 2021, begin 2022 (demonstraties Amsterdam 15.000 en Rotterdam 10.000 demonstranten en acties in veel plaatsen) is door gebrek aan organisatie, misschien mede door coronaperiode, weinig gebruik gemaakt om een sterke beweging op te bouwen. Gezien het grote woonprobleem moet er nog steeds een potentieel zijn. Het activisme hierin neemt momenteel vooral de vorm aan van de campagne Wij Weigeren De Huurverhoging en verschillende belangenorganisaties.
We moeten ervoor pleiten dat de verschillende organisaties die op gebied van de woningnood actief zijn, zich weer gaan verenigen in actiecomités. In eerste instantie op lokaal niveau, zodat arbeiders op laagdrempelige wijze actief kunnen worden in de beweging. We kunnen op lokaal niveau de katalysator zijn die deze verschillende groepen weer bij elkaar brengt. Hier liggen voor ons kansen om de leiding op ons te nemen in de woonbeweging.
Woonbond
In afwijking van de situatie in de vakbeweging is er bij de woonbeweging niet echt één organisatie waarbij mensen zich duurzaam kunnen organiseren. Ten eerste is er de Woonbond als landelijke koepel voor praktische ondersteuning, die zich momenteel vooral richt op haar ANWB-functie, het leveren van juridische en bouwkundige kennis aan individuen en groepen die daarom vragen, het informeren van media en overheden over actuele problemen en het deelnemen aan overlegtafels.
Bond Precaire Woonvormen
De Bond Precaire Woonvormen (BPW), belangrijk in de activistische woonbeweging waaronder in Woonopstand, strijd voor het recht op wonen. Dit doen ze door op te komen voor de woonrechten van mensen die tijdelijk, onzeker of te duur wonen. BPW richt zich op een specifieke groep huurders en gebruikers van woonruimte, maar is ook de initiatiefnemer van Wij Weigeren De Huurverhoging (WWDH) en richt zich daarmee ook op de huurders met een vast huurcontract, waaronder kamerhuurders.
De Bond Precaire Woonvormen is een solidariteitsbeweging. Ze helpen bewoners zelfsolidariteitsnetwerken op te zetten en met de steun van het brede, landelijke netwerk hun woonrecht op te eisen. Ook bij de actiecampagne Wij Weigeren De Huurverhoging wordt van die methode gebruikgemaakt.
Wij Weigeren De Huurverhoging
Wij Weigeren De Huurverhoging (WWDH) is in 2020 tot stand gekomen op initiatief van de BPW. Voor WWDH was 2021 het jaar van de coronalockdown en een huurbevriezing en kon WWDH weinig bereiken. 2022 was een behoorlijk succesvol jaar wat betreft aantal plaatsen en mensen die deelnemen aan de actie. In 2023 kregen zeshonderdduizend mensen een eenmalige huurverlaging tot 575 euro per maand. WWDH maakt zich nu op voor 1 juli 2025 wanneer de huren met bijna acht procent worden verhoogd. De hoogste stijging in veertig jaar.
De actiemethode van Wij Weigeren De Huurverhoging is bedoeld om huurders zelf de gereedschappen in handen te geven om meerjarige huurbevriezing af te dwingen. Zij kunnen dat individueel doen, maar bij voorkeur door het collectief organiseren van huurders in solidariteitsnetwerken die samen de huurverhoging weigeren. Door zelforganisatie in regionale of stedelijke solidariteitsnetwerken van en voor huurders die de huurverhoging weigeren kunnen ze hun eisen voor meerjarige huurbevriezing van alle huren kracht bijzetten.
WWDH heeft in alle provincies provinciale en gemeentelijke solidariteitsnetwerken.
De strijd van WWDH tegen de huurverhogingen kan ook geplaatst worden in een bredere strijd tegen de hoge kosten van het levensonderhoud. Voor plaatselijke groepen woonprotest, al dan niet met een andere naam, en eventuele plaatselijke coalities tegen de extreme verrechtsing kan de campagne van WWDH van belang zijn als concrete actie richting de werkende klasse.
Feminisme
Het feminisme in modern Nederland wordt gedomineerd door burgerlijke initiatieven en ideeën. Hetgeen voor feminisme door moet gaan binnen de kapitalistische gelederen van de samenleving heeft een enkel doel, en dat doel is niet de bescherming of de vergroting van de rechten van vrouwen. De gelijkheid van mannen en vrouwen heeft simpelweg maar een motief: de winstgevende arbeid die vrouwen kunnen en moeten verrichten gelijk trekken met dat wat mannen verrichten. Meer aanbod voor arbeid maakt het goedkoper om arbeid in te slaan. Dat dezelfde onbetaalde arbeid die traditiegetrouw al eeuwen op vrouwen geforceerd wordt, daar nog bovenop komt, is geen probleem in de ogen van kapitaal. Sterker nog, het fungeert juist als een extra paar ketens die arbeidersgezinnen forceren om te participeren in de doodscultus van het kapitalisme.
De laatste tien jaar zien we ook steeds meer dat het feminisme gecorrumpeerd wordt. Groepen zoals de trans-uitsluitende radicaal feministen hebben het tot een Machiavelliaans gereedschap om weten te werken waarmee nieuwe arbitraire grenzen kunnen worden opgeworpen in dienst van het eeuwige verdeel-en-heers. We zien in de huidige feministische beweging een gebrek aan het zelfverheffende element, waarmee de beweging het revolutionaire potentieel mist.
Deze ontwikkelingen staan de echte bevrijding van vrouwen en andere niet-mannen in de weg. Een land kan niet vrij zijn zonder dat vrouwen vrij zijn. Feminisme is een onmisbaar, ondenkbaar en onvervreemdbaar aspect van de klassenstrijd. En ondanks de bredere staat van het feminisme is er toch wel veel bereikt wat het leven van alle genders draagbaarder maakt. Het feminisme vindt haar oorsprong in de renaissance en zo niet al eerder, het is een van de oudste aspecten van de klassenstrijd die zelfs de huidige kapitalistische klassenverhoudingen vooraf gaat.
Palestina
2024 stond grotendeels in het teken van de genocide in de Gazastrook door Israël. Dit leidde tot grote protesten op straat, waar wij ook vaak bij aanwezig waren. Rond maart 2024 beginnen met name in de Verenigde Staten bezettingen bij de universiteiten door studenten en medewerkers. In de maanden daarna verspreiden deze zich ook in andere landen. In Nederland vinden met name in mei 2024 grote bezettingen plaats, in bijna alle universiteitssteden. Onze jongerenorganisatie ROOD is daar op veel plekken bij betrokken geweest, en heeft daar soms een leidende rol in gespeeld. Dat heeft onze kameraden veel vertrouwen in de beweging opgeleverd. Samen met ROOD waren we in die maand ook veel aanwezig bij de solidariteitsdemonstraties en hebben we de bezetters ondersteund.
Op een aantal universiteiten heeft dat tot succes geleid, waarbij de banden met Israëlische organisaties zijn verbroken. Op sommige plekken worden deze overwinningen alweer teruggedraaid. Het is dus zaak om hier alert op te zijn en dit te bestrijden. Daarna is de periode van activisme wat gedaald, en zijn de protesten op straat kleiner geworden. Op sommige plekken hebben Palestina-activisten zich verenigd in lokale comités en zijn zij overgegaan op andere activiteiten, zoals donatiecampagnes en wakes. Het is goed dat zij zich op meer structurele wijze organiseren en dat er lokale initiatieven worden opgebouwd. Daar moeten wij betrokken in blijven, door hen te adviseren aan de hand van onze visie op bewegingsopbouw en te ondersteunen met acties.
Palestina heeft een grote invloed gehad op de jeugd in Nederland en de hele wereld. Voor veel jongeren is het het eerste grote politieke onderwerp waar ze zich mee bezig houden. Het is een keerpunt in de politiek, een onderwerp van een tijdgeest, net als de Irakoorlog van 2003 of de demonstraties tegen kernwapens in de jaren 80 dat was. Het heeft de potentie om een hele generatie in een bepaalde richting te politiseren. Dit zal aanwezig blijven in het politieke debat, en hun overtuigingen voor jaren vormen. Het is aan ons de taak om de genocide op de Palestijnen te koppelen aan het kolonialisme van Israël, de militaire en politieke steun van Nederland, Europa en de rest van het Westen, en het imperialistische kenmerk van de NAVO. Zo kunnen we de kapitalistische oorzaken van de genocide uitleggen en hen overtuigen van een socialistische oplossing voor de bezetting.
Na een staakt-het-vuren van ongeveer twee maanden, heeft Israël de oorlog in de Gazastrook helaas hervat. Ondertussen gaat ook het koloniseren van de Westelijke Jordaanoever onverminderd door. Palestina blijft daarom een belangrijk onderwerp om onze aandacht op te houden het komende jaar.
Anti-militarisme
Er zijn veel verschillende smaken van pacifisme in Nederland. Op het moment zijn er voornamelijk twee insteken binnen de Nederlandse pacifistische beweging: het klassieke pacifisme wat onvoorwaardelijk tegen elke vorm van geweld beweerd te zijn, en het gedeelte dat neutraler staat richting het concept van geweld zolang het maar uit de eigen achtertuin blijft.
Beide insteken zijn op het oppervlak heel redelijk en nobel, maar een ietwat diepere analyse toont al snel het gebrek aan analyse die deze bewegingen lijken te doen. Beide missen namelijk de overduidelijke link tussen kapitalisme en de voortdurende conflictdreiging. Er is in de burgerlijke pacifistische beweging in Nederland een gebrek aan analyse omtrent wie er keer op keer profiteert van de oorlogszucht en deze blinde vlek maakt ze tandeloos. Via de anti-NAVO-campagne die onder andere samen met ROOD is opgezet is er nu een nieuw geluid in de discussie geïntroduceerd. Het socialistische vredesgeluid is al een frisse wind gebleken, puur al omdat het niet gebaseerd is op simpel populisme of een eigenbelang.
Vakbeweging
Ruim één miljoen mensen in Nederland zijn lid van een vakbond, waarvan de FNV met bijna 700.000 leden de belangrijkste is. Van deze leden zijn ruim 20.000 op één of andere manier actief lid, als OR-lid, in een bedrijfskadergroep, bij FNV lokaal, als consulent, of bij één van de organen van de FNV zoals het ledenparlement, sectorraden, etc. Ook verschillende leden van onze organisatie zijn lid van het ledenparlement, van sectorraden, als OR-lid, of op een andere manier betrokken bij de vakbeweging. Het werk als kaderlid is vaak geatomiseerd, je bent op jezelf teruggeworpen, en veel mensen die best een bijdrage zouden willen leveren aan de opbouw van de vakbeweging weten niet wat ze zouden kunnen doen, omdat er in hun sector geen bestaande bedrijfsledengroepen zijn.
De afgelopen paar jaar is de vakbeweging, noodgedwongen, meer gericht op actievoeren, zo organiseerde de vakbond een aantal politieke stakingen om betere mogelijkheden voor vervroegd uittreden bij zware werkomstandigheden te bevechten. In deze strijd bleek de beroerde staat van de kaderorganisatie, bv. in de bouw. Ook is in verschillende sectoren de afstand tussen werkorganisatie en kaderorganisatie groot, waardoor indien acties beter waren voorbereid en kaderleden beter betrokken de acties sterker en groter hadden kunnen zijn.
2024 eindigde voor de FNV in een bestuurscrisis. In deze crisis bleek hoezeer ons idee van transparantie, maar ook de mogelijkheid om met wijzigingsvoorstellen te komen, en dus tot daadwerkelijke inhoudelijke discussie te komen, in de politieke cultuur van de vakbeweging gemist worden. Mede hierdoor ontaarden conflicten in de vakbeweging in machtsspelletjes en fixatie op reglementen en is er voor inhoudelijke discussie nauwelijks plaats.
Naast de FNV zijn er ook andere vakbonden. Wat vooral opvalt, is hun soms klassenverradelijke rol, waarbij voor het tekengeld verslechteringen in de arbeidsvoorwaarden worden geaccepteerd. Alleen door verbetering van de organisatie van arbeiders kunnen we dit verschijnsel tegengaan.
Vakbondsleden Solidair met Palestina
Solidariteit met Palestina is geen vanzelfsprekendheid binnen de FNV, en wordt door middel van bureaucratische trucs zelfs actief tegengewerkt.
In 2023 is binnen FNV het netwerk Vakbondsleden Solidair met Palestina ontstaan. Met name onder Universiteitspersoneel is van Palestina-solidariteit echt vakbondswerk gemaakt. Het gaat hierbij vooral om het verdedigen van democratische rechten, zoals het demonstratierecht. Het is echter geen vanzelfsprekendheid, zelfs binnen VSmP, dat de FNV consequent voor democratische rechten moet opkomen.
Vanuit VSmP is het initiatief genomen om mensen te motiveren om zich kandidaat te stellen voor het ledenparlement. Van deze groep zijn nu 12 leden gekozen als lid, en 4 als plaatsvervanger. Dit is een significante groep die momenteel geregeld bijeenkomt.
Hoger onderwijs
Een brede coalitie van onderwijsvakbonden, studentenbonden en andere organisaties actief in het hoger onderwijs zijn in het najaar van 2024 gaan mobiliseren tegen bezuinigingen op het hoger onderwijs. Onder druk van de veiligheidsdriehoek in Utrecht heeft de vakbondsleiding besloten om de demonstratie op 14 november af te gelasten. Op initiatief van onze jongerenorganisatie ROOD is op extreem korte termijn samen met studentenbonden een alternatieve demonstratie georganiseerd, die naast het protest tegen bezuinigingen op hoger onderwijs ook in het teken stond van het verdedigen van het demonstratierecht.
De RSP heeft aan deze mobilisatie extra kunnen bijdragen door het organiseren van een donatiecampagne. Deze donatiecampagne heeft ruim 800 euro opgeleverd. De opbrengst van deze donatiecampagne staat geoormerkt op de balans van de RSP en is nog lang niet uitgeput.
Daarnaast is het belangrijk om als vakbeweging te leren van deze ervaring als het gaat om ongefundeerde en niet te controleren veiligheidsrisico’s die vanuit de staat opgevoerd worden. Het zelf aflassen van demonstraties ondermijnt het demonstratierecht. De verantwoordelijkheid moet geheel aan de staat gelaten worden. Een demonstratieverbod vanuit de veiligheidsdriehoek is altijd te verkiezen boven “zelf verantwoordelijkheid nemen” en een demonstratie aflassen. Dit staat los van hoe te reageren op daadwerkelijke demonstratieverboden.
Onze organisatie
Voorwaarden partijvorming
Bij het ontstaan van de organisatie die zich nu ontpopt tot de RSP hebben we onszelf via de eerste conferentie van de Socialisten voorwaarden opgelegd voor partijvorming. Uiteindelijk is het aan het congres van de RSP om te bepalen wanneer er voldaan is aan deze voorwaarden, maar toch wil het bestuur haar kijk delen op de voortgang richting de officiële partijvorming.
De voorwaarden die op de conferentie van 25 september 2022 zijn aangenomen zijn als volgt:
- Programma op basis van eerste deel koersdocument en lokale verkiezingsprogramma’s van De Socialisten;
- Statuten op basis van basis van documenten II en III van de derde versie van de bundeling;
- Volwaardig bestuur van negen mensen;
- Tien politiek actieve afdelingen met volwaardig lokaal bestuur.
Programma op basis van eerste deel koersdocument en lokale verkiezingsprogramma’s van De Socialisten
Na een lang proces waarbij de gehele organisatie is betrokken hebben we een programma aangenomen. Dit programma is niet alleen op basis van de lokale verkiezingsprogramma’s die er bij het begin van het proces al gemaakt waren, maar elke afdeling heeft bijgedragen, kameraden uit het gehele land hebben bijgedragen. Wat het bestuur betreft is deze voorwaarde vervuld.
Statuten op basis van basis van documenten II en III van de derde versie van de bundeling
De conferentie van 13 mei 2023 heeft de eerste statuten van de organisatie aangenomen. Hier wordt voortdurend nog aan gesleuteld, maar wat het bestuur betreft is deze voorwaarde vervuld.
Volwaardig bestuur van negen mensen
Tot nu toe is het onze organisatie niet gelukt om een bestuur met negen bestuursleden te verkiezen. Wat het bestuur betreft is deze voorwaarde dan ook nog niet vervuld. Het feit dat we dit nog niet halen is een bewijs van de onvolgroeidheid van de organisatiestructuur. Dit is natuurlijk te verwachten van een jonge organisatie zoals de RSP, maar het wijst wel richting de juiste weg.
Tien politiek actieve afdelingen met volwaardig lokaal bestuur
Bij een volwaardig bestuur hoort het consequent voldoen van de verwachtingen die er aan afdelingsbesturen worden gesteld. Hier horen aanwezig zijn op kaderdagen en het schrijven van afdelingsverslagen onder. De discipline om dit te bereiken lijkt te ontbreken in de meeste afdelingen die in principe groot genoeg zijn dat ze geen probleem zouden moeten hebben met deze verwachtingen.
Kaderdagen
Kaderdagen zijn een belangrijk onderdeel van de organisatie en een belangrijk gereedschap in de ontwikkeling van de afdelingen. Ze zijn ontworpen om afdelingen vanuit het hele land in contact met elkaar te brengen, en om ze zo in staat te stellen om elkaar te ondersteunen en te inspireren. Ook zijn de kaderdagen goede kansen om onderwerpen en thema’s die op dat moment relevant zijn onder de aandacht van alle afdelingen te brengen. Er wordt dan ook van afdelingen verwacht dat er leden aanwezig zijn op elke kaderdag. Op de hele kleine afdelingen na moeten alle afdelingen gewoon met twee leden aanwezig kunnen zijn op elke kaderdag.
Veel afdelingen lukt dit echter niet en dat is erg kwalijk. Dit hindert de ontwikkeling van de organisatie als geheel, maar ook de afdelingen, zowel de kleine als de grotere. Het bestuur is opgevallen dat over het algemeen de kleinere afdelingen vaker en beter aanwezig zijn vergeleken met de grotere afdelingen. Dit kan erop duiden dat bij de grote afdelingen het belang van de kaderdagen ontbreekt. Dit is echter irrelevant. Het bestuur van elke afdeling, of een afgevaardigde, moet gewoon aanwezig zijn op deze dagen.
Afdelingsverslagen
Over het afgelopen jaar is er zes keer aan afdelingen gevraagd om een verslag te schrijven. Op de volgende data werd dit gedaan door deze afdelingen:
10 maart 2024: Arnhem, Den Haag, Nijmegen, Noord, Overijssel, Rotterdam, Utrecht, West-Brabant en Zuid-Limburg (9)
11 mei 2024: Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Eindhoven, Nijmegen, Noord, Overijssel, Utrecht, Wageningen en Zuid-Limburg (10)
4 augustus 2024: Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Nijmegen, Overijssel, Utrecht en Zuid-Limburg (7)
9 september 2024: Amsterdam, Den Haag, Nijmegen, Noord, Overijssel, Utrecht en Zuid-Limburg (7)
3 november 2024: Amsterdam, Den Haag, Nijmegen, Noord, Overijssel, Utrecht en Zuid-Limburg (7)
16 februari 2025: Amsterdam, Den Haag, Noord, Overijssel en Rotterdam (6)
Het invullen van de verslagen door de besturen van afdelingen is cruciaal voor de bouw van een partij. Zonder dergelijke verslagen is het onmogelijk voor de landelijke organisatie om een accuraat beeld van de huidige stand van zaken binnen de afdelingen te vormen. Het is een belangrijke bron van informatie die gebruikt wordt door het bestuur van RSP om haar politieke en organisatorische leiding op te baseren. Het is dan ook een van de cruciale verantwoordelijkheden van afdelingsbesturen.
Intern Bulletin
Het Intern Bulletin is het ledenblad van de organisatie. Elk lid heeft publicatierecht, en vrijwel elk lid ontvangt het. Het wordt meestal elke drie of vier weken verstuurd. In de eerste helft van 2024 werd het Intern Bulletin als onderdeel van een nieuwsbrief verstuurd, naar zowel de leden als de sympathisanten. Sinds augustus 2024 (Intern Bulletin 26) wordt het Intern Bulletin alleen nog maar naar de leden verstuurd, in een losse e-mail. Dit heeft ertoe geleid dat het Intern Bulletin iets vaker gelezen wordt, en we hopen dat het hierdoor laagdrempeliger is geworden om stukken in te sturen.
In 2024 verscheen het Intern Bulletin 17 keer, en in het eerste kwartaal van 2025 4 keer. Hieronder is een overzicht te vinden van hoeveel unieke personen elk Intern Bulletin hebben gelezen via het e-mailprogramma. Dit is niet geheel accuraat, omdat soms een oud Intern Bulletin in een nieuwe mail in herinnering is meegestuurd, deze zijn niet meegeteld. Ook lezen sommige leden het Intern Bulletin vooral via mijn.socialisten.org of doordat het in de afdeling verspreid wordt. Het geeft echter wel een goede indicatie. Rond september en oktober 2024 was er een probleem met het e-mailprogramma waardoor niet alle leden het Intern Bulletin kregen. Dat is in oktober 2024 opgelost.
Datum | Nummer | Aantal personen gelezen |
6-1-2024 | 16 | 100 |
14-1-2024 | 17 | 112 |
4-2-2024 | 18 | 89 |
25-2-2024 | 19 | 101 |
17-3-2024 | 20 | 85 |
7-4-2024 | 21 | 66 |
28-4-2024 | 22 | 58 |
17-5-2024 | 23 | 80 |
9-6-2024 | 24 | 90 |
2-7-2024 | 25 | 65 |
4-8-2024 | 26 | 76 |
17-9-2024 | 27 | 99 |
6-10-2024 | 28 | 68 |
3-11-2024 | 29 | 117 |
24-11-2024 | 30 | 116 |
15-12-2024 | 31 | 102 |
30-12-2024 | 32 | 119 |
16-1-2025 | 33 | 119 |
2-2-2025 | 34 | 106 |
16-2-2025 | 35 | 127 |
9-3-2025 | 36 | 111 |
Het valt op dat het Intern Bulletin nog niet altijd even goed wordt gebruikt om discussies die spelen in de organisatie te voeren. Veel discussies blijven hangen in de afdelingen of in appgroepen, zonder dat het met de rest van de organisatie wordt gedeeld. Schijnbaar is de drempel om iets in te sturen nog te hoog. Het is goed om na te denken hoe die verder verlaagd kan worden. Rondom congressen neemt het aantal inzendingen wel toe. Daarnaast dient het Intern Bulletin als kanaal voor het publiceren van officiële aankondigingen vanuit het bestuur en de netwerken.
In de perspectieven van 2024 spraken we af dat afdelingen het Intern Bulletin op hun overleggen dienen te bespreken. We hebben het idee dat dit nog te weinig gebeurt. We spreken daarom opnieuw af om hier werk van te maken. Het is een gezamenlijke taak om hier scherp op te zijn op afdelingsoverleggen.
- Na het verschijnen van het Intern Bulletin, wordt deze op het eerstvolgende kaderoverleg van de afdeling besproken.
Het is vaak lastig belangrijke documenten terug te vinden in het Intern Bulletin. In principe worden alle congresstukken en congresuitslagen ook op de website gepubliceerd, maar voor veel andere stukken zoals afdelingsverslagen geldt dit niet. Hier dient een overzichtelijk systeem voor te komen, afhankelijk van het type document.
- Het nieuwe bestuur gaat met het IT-team kijken naar een gepaste oplossing voor het goed en toegankelijk archiveren van de verschillende typen documenten die in het Intern Bulletin verschijnen.
Financieel
Het belangrijkste financiële probleem van de RSP is hoe we ervoor kunnen zorgen dat we het geld dat we als organisatie binnen krijgen ook uitgeven. Met name door de afdelingen wordt nauwelijks geld gedeclareerd, wat een beperking kan zijn voor het organiseren van activiteiten. Vanuit het partijbestuur hebben we (veel) meer geld uitgegeven dan begroot, deels omdat de begroting, achteraf, weinig realistisch was ten aanzien van de verwachtingen uit de organisatie, anderzijds om wel activiteiten mogelijk te maken die vanuit de afdelingsfinanciën niet worden ondernomen.
Hierdoor zitten we in de bijzondere situatie dat we eind 2024 evenveel geld op onze rekeningen hadden staan als eind 2023, maar dat de balans van Landelijk is gedaald van bijna 4000 naar meer dan 5000 negatief, en de balans van de afdelingen met 8000 is gestegen.
Specifieke fondswerving
Op een tweetal momenten hebben we als RSP een specifieke fondswervingscampagne opgezet om hiermee bewegingen financieel te ondersteunen. In het voorjaar het Palestina-strijdfonds en in het najaar rond de afgezegde onderwijsdemonstratie. Beide financiële campagnes waren succesvol. Echter lopen de uitgaven uit deze fondsen sterk achter op het reeds opgehaalde geld. Het is noodzakelijk dat kameraden die actief zijn in de betreffende bewegingen mensen wijzen op de mogelijkheid om schade of uitgaven te declareren. Hiertoe hebben we deze fondsen opgezet.
Waar mogelijk willen we als RSP financiële campagnes opzetten om bewegingen te ondersteunen. Essentieel is wel dat dan ook vanuit deze bewegingen gedeclareerd wordt, anders lopen we het risico dat mensen deze campagnes gaan zien als een manier waarop we onszelf verrijken.
Contributie
De contributie-opbrengsten waren in 2024 30% hoger dan in 2023. Dit komt vooral door onze ledengroei, en doordat we nieuwe leden bij hun lidmaatschapsaanvraag direct om contributie vragen (sinds de tweede helft van 2024). De keerzijde is dat nog steeds slechts 60% van de leden contributie betaalt en slechts een deel van de werkende leden daadwerkelijk 0,5% van hun netto-inkomen aan contributie betaalt.
Daarnaast waren en zijn er problemen met de contributie-inning. In het voorjaar van 2025 heeft het partijbestuur daarom een contributiecampagne georganiseerd, daarmee is inmiddels over het vierde kwartaal driekwart van de gebruikelijke inkomsten bereikt. De problemen zijn nog niet voorbij, ook in 2025 moeten we eraan werken om voor iedereen de automatische overschrijving weer te regelen.
Hierbij is het noodzakelijk dat de afdelingen ingeschakeld worden. Vanuit het partijbestuur kunnen we kameraden in het hele land wel aanschrijven, maar het is voor ons onmogelijk om met iedereen persoonlijk contact te hebben. Los van de innings-perikelen moeten we vooral proberen het percentage betalende leden omhoog te krijgen, als we van 60% naar 90% betalende leden kunnen gaan gaat ons budget met 50% omhoog!
Het blijft een probleem dat veel leden geen contributie betalen, ook niet na herhaaldelijke herinneringen. De contributie-inning is in eerste instantie aan de afdelingen. Zij kennen hun leden, en weten welke leden wel en niet kunnen betalen. Sommige leden hebben met hun afdelingspenningmeester een coulanceregeling afgesproken, maar voor veel wanbetalers geldt dit niet. We moeten daarom blijven aandringen dat leden hun contributie instellen. Hiervoor wordt nog een algemene e-mail verstuurd waarin wordt uitgelegd wat het nut is van contributie en hoe deze betaald kan worden. Het controleren van de contributie zal ook via de afdelingen moeten verlopen. Het persoonlijk contact werkt immers het beste, ook omdat zij weten welke coulanceregeling er geldt.
- We gaan door met de campagne om achterstallige contributie te innen, en leden aan te sporen hun contributie in te stellen. Dit gebeurt zowel vanuit de afdelingen, als vanuit het landelijk bestuur.
- Het nieuwe bestuur kijkt naar een gepast moment om afdelingen de opdracht te geven om leden die geen contributie betalen en geen coulanceregeling hebben uit te schrijven als lid.
Financieel bewustzijn
De lokale penningmeesters hebben toegang tot de financiële administratie van hun afdeling. Toch blijkt telkens weer dat ze het niet weten of niet kunnen vinden. Transparantie is essentieel, maar ook de wil om in de administratie te kijken. Op een kaderdag is specifiek met de lokale penningmeesters gesproken en uitgelegd waar dingen gevonden kunnen worden. We moeten in 2025 hier opnieuw aandacht aan besteden, zodat in afdelingen duidelijk is wat er is, wat kan, en wat je moet doen.
Het programma
Het aannemen van een programma is een groot moment in de geschiedenis van de RSP. Een programma is natuurlijk een van de kerndocumenten van elke politieke partij (opgericht en in oprichting). Het proces achter het opstellen van het programma is in de kern een statement over hoe de partij denkt over het politieke proces. Met het proces dat uiteindelijk gekozen is, is er gekozen om met een actieve houding zoveel mogelijk delen en lagen van de partij bij het interne politieke proces te betrekken.
Het tot stand komen van het huidige programma van de RSP kan in drie fasen worden onderverdeeld: de eerste programmacommissie, de tweede programmacommissie en vervolgens een organisatiebrede discussie inclusief het uiteindelijk aannemen van het programma door het congres van 15 en 16 juni 2024.
Elk van deze fasen heeft achteraf gezien allemaal een specifieke bijdrage aan het hele proces geleverd. Elke fase is dan ook cruciaal geweest om met dit programma te komen.
Via de eerste commissie kwam de algemene structuur van het programma tot stand. Er werd besloten om met een minimum-maximumprogramma. In deze periode kwamen ook de inleiding en het maximum gedeelte tot stand.
In de tweede commissie ging de aandacht voornamelijk uit naar het minimumprogramma. In de eerste periode was gebleken dat hier nog veel meer tijd en discussie voor nodig was dan van tevoren verwacht. Een belangrijk deel van deze discussie was ook de aard van het minimumprogramma.
Vervolgens kwamen de laatste loodjes: de afronding van de discussie waarbij de gehele organisatie bij betrokken wordt. Een meerderheid van afdelingen die toentertijd actief waren binnen de organisatie heeft naar aanleiding van het hele proces gediscussieerd binnen de afdeling over de stand van het programma en deze input ook gedeeld met de commissie. In twee rondes van feedback hebben respectievelijk 7 en 4 afdelingen hieraan meegedaan en onmisbare input gegeven. Ook was er de mogelijkheid voor individuele leden om input te geven en te delen met de organisatie en de commissie waarvan 15 kameraden gebruik van hebben gemaakt.
De gemoederen zijn soms wat hoog opgelopen tijdens de vele, vele discussies over zowel de aard als de inhoud van het programma. En er is dan ook gebleken dat de discussiecultuur waar we, terecht, trots op zijn ook niet perfect is. Maar over het algemeen is onze partij geslaagd voor deze beproeving.
Het programma werd aangenomen door het congres van 15 en 16 juni 2024.
We hebben deze periode in de geschiedenis van de RSP op een hele mooie manier mogen afsluiten met de lancering van het programma. Na een lange periode was hier dan ook wel behoefte aan bij kameraden. Dit was echt te merken toen de locatie bijna uit de voegen barstte. Daarnaast waren organisaties vanuit elke hoek van de bredere klassenstrijd vertegenwoordigd bij de lancering. RSP heeft een signaal afgegeven aan onze Nederlandse en internationale kameraden dat we weer een stap verder zijn. We zijn weer een stap verder in onze tocht richting partijvorming.
Kernprocessen
Het bestuur
Sinds de oprichting van de Socialisten op de eerste conferentie van september 2022 hebben we te maken met een zwaar onderbezet bestuur. In het koersdocument spraken we af een bestuur in te stellen van negen leden. Sindsdien zijn er vier besturen verkozen, met respectievelijk zes, zes, zeven en zes leden. Onze organisatie heeft dus nog nooit een volwaardig bestuur gehad.
Daarbovenop lukt het nog onvoldoende om de organisatorische en administratieve taken die nodig zijn om de organisatie draaiende te houden of om politieke besluiten uit te voeren, te delegeren aan kaderleden. Het bestuur komt daardoor onvoldoende toe aan haar politieke taak: politieke initiatieven nemen, kameraden in afdelingen motiveren, leiding geven. Het bestuur loopt constant achter de feiten aan, en politieke ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie worden niet tijdig geanticipeerd.
Dit schaadt de hele organisatie. Deze kan niet verder worden opgebouwd en uitgebouwd, en is feitelijk stuurloos. Dit creëert een reëel risico dat de organisatie als los zand uit elkaar valt. Dit leidt ook tot frustraties onder de leden. Zij hebben het gevoel dat ze constant het bestuur op zaken moeten wijzen waar het bestuur eigenlijk leiderschap in moet tonen, en zijn gefrustreerd dat zaken slecht, laat of helemaal niet worden opgepakt. Omgekeerd leidt dit ook tot frustraties en overwerktheid bij de bestuursleden, die meer op moeten pakken dan zij aankunnen, maar hier wel veel kritiek op krijgen, al dan niet terecht.
Het functioneren van het bestuur is een belangrijk vraagstuk in de komende periode. Maar het is een kwestie die niet op zichzelf staat, maar symptoom is van een bredere trend. Het is klaarblijkelijk moeilijk voor veel kameraden om verantwoordelijkheid te kunnen of te durven nemen binnen de organisatie. Uit de aanwezigheidscijfers van de kaderdagen en uit de cijfers van de afdelingsverslagen is op te maken dat deze problemen ook op lokale schaal voelbaar zijn. Daar staat tegenover dat we nog steeds in een periode zitten van ledengroei, en ook de interne communicatie steeds soepeler gaat en ons sociale mediabereik groeit. In die zin zit er meer energie, vertrouwen en activiteit in onze gehele organisatie dan ooit. De inzet van alle kameraden zowel binnen als buiten het bestuur staat daarom buiten kijf.
We moeten goed nadenken hoe we als snel groeiende organisatie ervoor zorgen dat zowel nieuwe als ervaren leden op gepaste wijze en snelheid door kunnen stromen naar de meer ervaren posities. Op dit moment is het voor kameraden die zich geroepen voelen verantwoordelijkheid op zich te nemen vaak een alles-of-nietsverhaal: actief lid aan de ene kant, of gelijk bestuurslid of kartrekker aan de andere kant. Er zijn nu nauwelijks posities of taken waar welwillende leden in een veilige omgeving kunnen uitproberen of een positie met veel verantwoordelijkheid iets voor hen is. Het gebeurt daardoor vaak dat men dit ondanks twijfels toch probeert, maar al na korte tijd moet afhaken. Hier moet organisatiebreed naar gekeken worden, te beginnen met een goede integratie van nieuwe leden en het scholen van de huidige leden. Zo kunnen we van onderop het kader vormen dat naar boven zal borrelen om op termijn de bestuursposities te vullen. Hierdoor zijn er in de toekomst hopelijk meer bestuurskandidaten.
Het is echter nu al een absolute noodzaak om tot een volwaardig bestuur te komen. Het blijven doormodderen met incomplete besturen is niet meer werkbaar, en schaadt de gehele organisatie. Als we serieus werk willen maken van onze organisatie, is een volledig gevuld bestuur van negen leden de hoogste prioriteit. Op ons congres is het daarom de opdracht voor alle afdelingen, alle facties en alle netwerken om voldoende kameraden naar voren te schuiven voor een volwaardig bestuur.
Oprichting secretariaat
Om het partijbestuur weer meer een politiek bestuur te laten zijn, is het nodig dat bestuursleden vaker administratieve taken kunnen delegeren naar kaderleden. Deze werkzaamheden gebeuren onder verantwoordelijkheid van een bestuurslid. Om dit mogelijk te maken, richten we een landelijk secretariaat op, waar het bestuur leiding aan geeft.
Daarbij moet duidelijk zijn dat kameraden die eigenlijk deel zouden willen uitmaken van het bestuur zich daarvoor verkiesbaar stellen. Het secretariaat moet ten dienste staan van het bestuur en mag nooit een ongekozen leiding van de organisatie worden.
Op dit moment zitten veel processen en kennis in de hoofden van mensen, en staat er weinig op papier. Hierdoor is het ook lastig om mensen te vinden om taken over te nemen, en moet als er iemand wegvalt het wiel vaak opnieuw worden uitgevonden. Dit is inefficiënt, en niet schaalbaar. Als we willen groeien als organisatie, zal dit op dit moment vooral horizontaal moeten gebeuren: een bredere laag van kaderleden die met weinig aansturing de benodigde taken kunnen uitvoeren. Hiertoe zijn goede overdrachtsdocumenten en het algeheel delen van kennis een vereiste. We moeten hiervoor minder op automatische piloot of vanuit onze hoofden werken, en meer vanaf papier. Waar er nog geen draaiboeken bestaan voor activiteiten, schrijven we deze terwijl we de activiteit uitvoeren. Zo werken we ernaar toe dat we alles aan elkaar kunnen overdragen indien nodig, en ook nieuw kader gemakkelijk kunnen inwerken.
- Het nieuwe bestuur gaat aan de slag met het vormen van een secretariaat dat het bestuur ondersteunt met administratieve taken.
- Alles wat we doen, gaan we zo goed mogelijk documenteren in handvatten, draaiboeken en andere kennisdocumenten.
- Het nieuwe bestuur gaat met het IT-team kijken naar een gepaste oplossing voor het makkelijk toegankelijk maken van deze documenten.
Communicatie
Als organisatie hebben we meerdere communicatiekanalen ter beschikking. De officiële communicatie vindt plaats door middel van het Intern Bulletin, dat eerder is omschreven. Daarnaast hebben we een website, meerdere socialemediaprofielen, een nieuwsbrief en een WhatsApp-community. Naast drukwerk voor propaganda-doeleinden, hebben we geen fysieke communicatiemiddelen. Wel hebben we het programma en een aantal vlaggen laten drukken.
De website wordt op dit moment onvoldoende benut. In 2024 werden er 16 nieuwsberichten geplaatst, waarvan 4 verdiepende geschiedenisartikelen en 1 opinieartikel. De overige 11 waren verklaringen vanuit het bestuur of algemene nieuwsupdates, zoals een bericht over de verkiezing van een nieuw bestuur en een verslag van een kaderdag. Hoewel de website hiermee niet dood is, is het nodig dat deze vaker wordt benut. Met name de opinie-sectie mag beter benut worden, en grote acties van lokale afdelingen kunnen landelijk herplaatst worden om ze zo uit te lichten.
Daarnaast zijn enkele teksten van de website nog erg oud. Zo wordt er nog gerefereerd aan de bijeenkomst in 2022, en ook nog aan de SP. Ook kan er beter uitgelegd worden wat mensen kunnen doen om actief te worden, en wat de voorwaarden en voordelen zijn van lidmaatschap als iemand zich wil inschrijven. Daarnaast kan de koppeling met de verschillende agenda-systemen beter geïntegreerd worden, waardoor de aankomende evenementen beter zichtbaar worden op de website. Er is in 2024 al geëxperimenteerd met het agendasysteem Mobilizon, maar dit is nog niet verder in de organisatie verspreid.
- Het nieuwe bestuur gaat aan de slag om de verschillende teksten op de website te vernieuwen.
- Het nieuwe bestuur gaat aan de slag met een vacaturepagina op de website om nieuwe kaderleden te werven.
- Het IT-team gaat aan de slag met de integratie en het verspreiden van een agendasysteem.
De socialemediakanalen worden goed benut. Per 30 maart 2025 hebben wij 1528 volgers op Instagram, 1184 volgers op X (voorheen Twitter), 84 volgers op TikTok, 38 volgers op Facebook en 14 abonnees op YouTube. Facebook wordt sinds januari 2023 niet meer gebruikt. Met name op Instagram en X wordt veel gepost door het socialemediateam. Op social media, met Instagram als actiefste kanaal, hebben wij in 2023 14 berichten geplaatst. In 2024 waren dit er 54 (eigen berichten, niet als bijdragers). Het socialemediateam werkte in 2024 aan de hand van een contentkalender met belangrijke data om iets over te posten, maar het lukte niet goed om deze te volgen. Voor 2025 is afgesproken om eens per drie maanden samen te werken in een werksessie. Dit heeft ertoe geleid dat er voor de herdenking van de inval van Irak in 2003 tijdig een post klaarstond om op 20 maart 2025 te plaatsen.
De WhatsApp-community heeft per 30 maart 2025 295 leden en soms ook oud-leden. Niet ieder actief lid zit in de landelijke community, en dit hoeft ook niet. De primaire informatievoorziening loopt via de afdelingen en het Intern Bulletin. De aankondigingenchat helpt wel om leden meermaals en op andere manieren te herinneren, wat helpt bij de mobilisatie. Daarnaast is de communicatie via WhatsApp veel sneller en laagdrempeliger dan bijvoorbeeld een Intern Bulletin, zowel voor de lezer als voor degene die het bericht verstuurt. Daarmee is het een nuttige toevoeging op de andere communicatiekanalen. Berichten in de aankondigingenchat worden ongeveer door de helft tot tweederde van de ontvangers binnen een etmaal gelezen.
De nieuwsbrief werd tot en met oktober 2024 ongeveer maandelijks verstuurd. Dit bleek relatief veel moeite voor relatief weinig resultaat, en is daardoor ondergesneeuwd. Per 30 maart 2025 staan er 898 e-mailadressen op de maillijst. Dit zijn eigen leden, maar ook mensen die de moeite hebben genomen om hun e-mailadres in te vullen op onze website. Het is daarom zonde om deze ruim 400 sympathisanten niet van een regelmatige update van onze activiteiten te voorzien, en te proberen hen zo meer aan ons te binden. Onze nieuwsbrief wordt erg goed geopend, altijd ruim boven de 50%.
Datum | Ontvangers | Geopend |
6-1-2024 | 733 | 443 (60,4%) |
14-1-2024 | 735 | 409 (55,6%) |
4-2-2024 | 766 | 435 (56,8%) |
25-2-2024 | 769 | 453 (58,9%) |
17-3-2024 | 775 | 438 (56,5%) |
7-4-2024 | 776 | 430 (55,4%) |
26-4-2024 | 773 | 398 (51,5%) |
28-4-2024 | 781 | 413 (52,9%) |
20-5-2024 | 786 | 437 (55,6%) |
9-6-2024 | 784 | 422 (53,8%) |
2-7-2024 | 789 | 431 (54,6%) |
11-9-2024 | 795 | 428 (53,9%) |
13-10-2024 | 819 | 455 (55,6%) |
24-10-2024 | 819 | 437 (53,4%) |
- Het nieuwe bestuur gaat op zoek naar een lid dat weer maandelijks de nieuwsbrief wil versturen.
Ledenadministratie
De ledenadministratie draait relatief goed. Het inschrijven van nieuwe leden gaat soepel, en nieuwe leden betalen sinds het voorjaar van 2024 direct contributie als zij zich inschrijven. We hebben vrij veel nieuwe leden ingeschreven, zie hiervoor het document Ledenontwikkeling. Wel is het uitschrijven van leden in de eerste maanden van 2025 blijven liggen door onderbezetting in het bestuur. Het ledenbestand is voor ons gevoel vrij accuraat.
Het beheren van de ledenadministratie is primair een administratieve taak, die niet bij het bestuur zou behoren te liggen. Een oud-bestuurslid heeft dit nog een tijd gedaan, maar de taak ligt nu weer bij het bestuur. Er is geprobeerd om dit uit te besteden, maar dit is tot dusver nog niet gelukt. Daardoor is er een risico dat het ondergesneeuwd raakt. Er moet daarom een of meerdere personen gevonden worden die de uitvoering doen.
- Het nieuwe bestuur blijft proberen het beheer van de ledenadministratie te delegeren aan een of meerdere kaderleden.
Ledenbeheersysteem
Het ledenbeheersysteem functioneert naar behoren, mede dankzij veel tijd en moeite die het IT-team hier in 2024 en begin 2025 in heeft gestopt. Er is een grote wensenlijst naar nieuwe functionaliteiten, maar helaas lukt het door onderbezetting nog niet om daar aan toe te komen. We zijn constant op zoek naar mensen die hier, op gezamenlijke dagen of in hun eigen tijd, aan willen werken. Zo moet de koppeling met Mollie beter, waardoor het instellen van de contributie voor leden makkelijker wordt en er minder fouten optreden. Verder willen we het systeem als inlogportaal gebruiken om andere systemen te kunnen koppelen en automatische ledenauthorisatie te hebben, en zijn er nog veel kleine punten die de processen makkelijker zouden maken.
We zijn constant bezig met de vraag of er ergens een beter systeem te vinden is, dat minder tijd van het IT-team zou vragen. Tot nu toe zijn we dit nog niet tegengekomen. Hoewel dit onderwerp van discussie blijft, zijn we voor nu tevreden met ons op maat gemaakt systeem.
Contributie-inning
In het begin van 2024 was het mogelijk om lid te worden zonder je contributie in te stellen. Hierdoor was er een groot gedeelte van de leden dat hun contributie niet betaalde. In de nieuwe versie van het ledenbeheersysteem van voorjaar 2024 is dit veranderd, en moeten leden nu direct hun contributie instellen. Dit gebeurt niet altijd, bijvoorbeeld als het lid dat zich aan het inschrijven is de betaling afbreekt, maar wel veel meer dan eerst. Hierdoor betalen leden die zich na deze periode hebben ingeschreven, bijna altijd contributie.
In oktober 2024 is ons account geblokkeerd door Mollie. Hierdoor zijn twee derde van de betalingen voor het vierde kwartaal van 2024 geannuleerd, zelfs nadat ons account gedeblokkeerd was. Omdat veel leden überhaupt nog geen contributie betaalden, is er besloten om dit op te lossen met een e-mailcampagne naar alle leden, met daarin betaalverzoeken voor het vierde kwartaal en eventuele eerdere kwartalen waarover nog geen contributie was betaald. Het resultaat daarvan is te vinden in het financieel jaarverslag. Het is nog niet volledig inzichtelijk of dit in het eerste kwartaal van 2025 wel weer naar behoren werkt. In april van 2025 maken we hier een overzicht van.
We zijn aan het verkennen of het voor ons mogelijk is om over te stappen naar SEPA-machtigingen. Dit is meer werk, maar mogelijk goedkoper en minder foutgevoelig, waarbij meer administratie in eigen handen blijft. Hiermee zou de afhankelijkheid van Mollie wegvallen.
- Het nieuwe bestuur hakt een knoop door over het eventueel overstappen van Mollie naar SEPA-machtigingen.
Scholing
Momenteel doen we niet aan landelijke of anderszins structureel georganiseerde scholing, buiten binnen onze jongerenorganisatie ROOD middels de zomerschool. Andere scholingen die er wel zijn, zijn incidenteel van aard, en zien vaak op een specifiek onderwerp. In verschillende afdelingen lopen leesgroepen, maar deze kunnen niet de rol van een bredere politieke scholing vervullen. Als gevolg hiervan is het politiek-ideologisch niveau van ons kader erg verdeeld, en over het algemeen laag. Om op (lange) termijn effectief als drijvende kracht en voorhoede van marxistisch Nederland en de Nederlandse werkende klasse te kunnen fungeren, is het nodig dat ons kader niet alleen geoefend raakt in de praktijk van o.a. massawerk, maar is het des te belangrijker dat ons kader een sterke ideologische basis heeft.
Hieraan willen we op een aantal manieren werken, te weten met politieke basisscholing en een intermediaire politieke scholing.
Om te beginnen, willen we het komende jaar aan de slag met het op poten zetten van een basisscholingsreeks voor nieuwe leden. Hierin moeten de principes van het marxisme, kernconcepten in het marxisme, en onze kijk op het partijwerk centraal staan, en het is de bedoeling dat alle kaderleden deze scholing op termijn hebben gevolgd, zodat er een uniforme basis in het politieke niveau van onze kaderleden is.
Op termijn willen we toewerken naar politieke scholing op een intermediair niveau, waarbij het doel niet zozeer kennisname van kernconcepten als wel het in de praktijk oefenen met het toepassen van die kernconcepten op de praktijk is. Hierbij gaat het erom samen naar grotere lijnen in maatschappelijke ontwikkelingen te kijken, om zo te zien hoe de kernconcepten uit de basisscholing daarin terugkomen. Het is mogelijk dat er op termijn meerdere scholingen op intermediair niveau tegelijk lopen op meerdere thema’s, maar aanvankelijk is het de bedoeling deze vrij breed te houden.
Internationale betrekkingen
Gedurende het jaar 2024 is het gebied van internationale betrekkingen een belangrijk werkterrein van de organisatie geweest. Niet alleen door de deelname van onze kameraden aan het werk van het Netwerk Internationaal (zie hieronder), maar ook door het leggen of onderhouden van contacten met andere socialistische organisaties en internationale netwerken.
Er zijn enkele belangrijke momenten op dit gebied. In april 2024 waren we aanwezig bij de bijeenkomst Europe for the People in Brussel van de Linkse Fractie in het Europees Parlement en de Party of the European Left. In september bezocht de internationalistische brigade van de Unión Comunera de Venezuela ons in Nederland. In oktober zijn de blijken van solidariteit en steun die onze organisatie ontving bij de presentatie van het politieke programma een bewijs van de interesse die ons politieke voorstel in het buitenland wekt.
Andere belangrijke acties hebben te maken met de deelname van kameraden aan internationale evenementen, zoals Manifiesta (in België), de Internationale Conferentie van Wenen georganiseerd door Koerdische organisaties, of de International Theoretical Conference on National Liberation from Imperialism, een project van de National Democratic Front of the Philippines. Gedurende deze periode hebben we ook uitnodigingen ontvangen om deel te nemen aan verschillende internationale processen, zoals het Europese jongerenproces van de International People’s Assembly (IPA). Een van de belangrijkste evenementen die we wilden bijwonen was het VIIe MST-congres in Brazilië afgelopen juli. Dit werd echter uitgesteld vanwege de overstromingen in Rio Grande do Sul.
We bevinden ons nog in een pril stadium van de vorming van onze organisatie en het is goed om contacten te leggen met diverse organisaties en netwerken. In die zin verwelkomen we het initiatief van kameraden die internationale contacten hebben. Op dit verkennende pad zullen we de basis leggen voor ons toekomstige beleid van internationale betrekkingen, te beginnen met de definitie van onze politieke lijnen en concrete samenwerking met andere organisaties. Het is echter belangrijk om vooruitgang te boeken in het definiëren van een beleidslijn over internationale kwesties, evenals duidelijke procedures voor de aanpak van ons werk op dit gebied. Deze elementen zijn essentieel om een samenhangende, duurzame en verenigde actie op te bouwen om onze internationale actie te leiden.
Onderweg moeten we proberen versnippering te voorkomen en een gedisciplineerde werkcultuur en methode van verslaglegging van activiteiten ontwikkelen wanneer we contact leggen met andere revolutionaire en socialistische organisaties of deelnemen aan internationale evenementen. We moeten spontaniteit en vrijwilligheid vermijden, los van gecoördineerde actie die in overeenstemming is met onze politieke prioriteiten. Een voorbeeld daarvan was de spontane deelname van leden van zowel ROOD als De Socialisten aan zowel het Manifiesta-festival, georganiseerd door de Belgische PvdA, alsook aan het internationaal congres in Wenen, bijeengeroepen door Koerdische organisaties. Hoewel onze aanwezigheid belangrijk was, maken de afwezigheid van gecoördineerd, politiek georiënteerd werk gericht op concrete doelstellingen en het ontbreken van activiteitenverslagen het onmogelijk om een coherent beleid, duurzame contacten gebaseerd op vertrouwen en legitimiteit – de basis van relaties tussen revolutionaire organisaties – en solide internationaal werk op te bouwen.
Het is noodzakelijk om te werken aan deze cultuur van discipline, verslaglegging van activiteiten en individuele bijdrage in overeenstemming met de politieke beslissingen die uitgaan van zowel het bestuur als het netwerk, om het meeste uit onze inspanningen te halen en te voorkomen dat we vervallen in spontaniteit en voluntarisme.
Een mogelijke manier van bouwen is het identificeren van concrete gebieden van gezamenlijk werk en uitwisseling. Een positieve ervaring in deze zin was het werkplan dat werd overeengekomen met de leden van de Communistische Unie tijdens hun bezoek aan Nederland, waar voorstellen voor uitwisseling op het gebied van populair feminisme, politieke communicatie en propaganda (door de betrokkenheid van De Rode Lap) werden geconcretiseerd. Aan de andere kant is het potentieel van de anti-NAVO-campagne als uitgangspunt voor het sturen van ons anti-imperialistisch en anti-militaristisch werk in de toekomst enorm. De rol van het nieuwe bestuur is van fundamenteel belang bij het verder opbouwen van een solide, coherente politieke lijn gebaseerd op onze strategie van socialistische opbouw over de hele wereld.
Netwerken
De organisatie beschikt over meerdere netwerken die zich bezighouden met specifieke aspecten van de bredere klassenstrijd. De rol van deze netwerken in het verankeren van de gehele organisatie is cruciaal. Daarnaast geven de netwerken een leidraad aan individuele leden om actief te worden binnen het terrein van het netwerk. Zonder een gecentraliseerde plek om interventies binnen de verschillende strijdtonelen te coördineren blijft het heel moeilijk om sterke fronten te vormen.
Het is de afgelopen periode duidelijk geworden dat dit niet duidelijk genoeg is gecommuniceerd. Dit heeft geleid tot een soort verlengde valse start voor een groot deel van de huidige netwerken. De huidige structuur van de netwerken is niet voldoende om ze een kans op succes te geven, en hierdoor zijn ze in de regel niet daadkrachtig en groot genoeg om interventies te coördineren. Een nieuwe start, een nieuwe kans is wat er nu nodig is om de netwerken op orde te krijgen.
Feministisch socialisme
Het netwerk feministisch socialisme draait praktisch gezien momenteel niet. In de laatste half jaar is het aantal mensen in de groepschat, die effectief fungeert als de coördinatieruimte van het netwerk, flink toegenomen als resultaat van de poging van de kartrekkers om het netwerk te herstarten. Veel nieuwe mensen kwamen vanuit ROOD, dat op zich een prima resultaat is in het kader van de beslissing van beide besturen om ‘ROOD tegen het patriarchaat’ en ‘FemSoc-netwerk’ te fuseren.
Ondanks het grote aantal deelnemers aan de groepschat (26) is deelname erg laag, meestal beperkt tot een interactie tussen iets meer dan vijf leden. Een recent positief feit is dat twee leden van het netwerk hebben deelgenomen aan de organisatie van een bijeenkomst na de vrouwenmars van 8 maart samen met andere organisaties, wat bijdraagt aan de worteling in de beweging. Andere recente activiteiten zijn de organisatie van filmavonden, hoewel met weinig publiek buiten het netwerk zelf. Een eerder evenement moest zelfs worden geannuleerd wegens gebrek aan publiek.
Volgens de kartrekkers is een van de oorzaken van de stagnatie van het netwerk het gebrek aan duidelijke, concrete taken in de organisatie waardoor het ‘bezig zijn met vrouwenemancipatie’ in zijn algemeenheid steeds onderdoet aan concrete, dringender zaken in de beweging. Duidelijke afspraken maken over wat we moeten bereiken is essentieel om het tij te keren.
De bijdrage van het netwerk aan de beweging is op dit moment klein. Dit zou moeten zijn: de politiek van de RSP uitdragen in de emancipatoire beweging, maar we zijn nog niet geworteld in de (liberale) feministische beweging. Een tweede, gerelateerde vraag is ook hoe we ons daar überhaupt toe moeten verhouden. Om deze bijdrage aan de beweging te kunnen verbeteren, is een betere structuur, een vaste actieve groep mensen en vooral sturing en invulling van het netwerk nodig. Op het moment dat er een concreet doel en verwachting van het netwerk is, is het makkelijker om eraan te voldoen. Kortom, nu we met meer mensen zijn, moeten we concrete doelstellingen als netwerk creëren.
Een paar punten in verband met de bijdrage van het netwerk aan de organisatie. Ten eerste, vanuit de geschiedenis van het netwerk was het vrij duidelijk dat we als netwerk niet willen functioneren als een soort vertrouwenspersonenclub of gesegregeerde vrouwengroep, maar dat dit netwerk als referentiepunt fungeert wanneer het gaat over seksisme in de organisatie of over de betrokkenheid van meer vrouwen en niet-mannen in de organisatie. In relatie met het eerste punt, het is nog steeds nodig om te werken het aankaarten van seksisme en het patriarchaat in onze organisatie, maar het is nog niet duidelijk wat de bijdrage van het FemSoc-netwerk hierin moet zijn (de hele organisatie moet een ‘safe space’ zijn, en niet alleen het FemSoc-netwerk). Ten tweede, een andere optie zou zijn dat het FemSoc-netwerk zich voornamelijk moet bezighouden met het behartigen van belangen van vrouwen binnen de organisatie. Een soort van ‘politieke pressiegroep’. We moeten ervoor waken dat onderwerpen die gerelateerd zijn aan vrouwenonderdrukking altijd bij de vrouwengroep terechtkomen. Dat betekent namelijk dat de rest van de organisatie er minder mee doet. In dit kader moet de groep vooral de rest van de organisatie aansporen om werk te doen in het kader van feminisme.
Kortom, ondanks pogingen van de kartrekkers om het netwerk te activeren, stagneert het werk rond feminisme in onze organisatie. Het gebrek aan duidelijkheid over doelstellingen en concreet werk en taken helpt niet om de deelnemers te motiveren, wat ook bijdraagt aan de afnemende motivatie van de kartrekkers. Structuur, duidelijke doelen en een duidelijk mandaat naar het netwerk, waar de functies, verantwoordelijkheden en de rol tegenover de beweging en de organisatie helder zijn, moeten nog bediscussieerd en besloten worden.
Internationaal
Het netwerk Internationaal kende een hoog niveau van activiteiten in 2024, vooral rond de activiteiten in solidariteit met Palestina. De coördinatiegroep heeft een groot aantal deelnemers (42), met een toenemend niveau van interactie wanneer er concrete activiteiten of plannen voor netwerkbijeenkomsten zijn. De laatste online bijeenkomst van het netwerk, op 8 december, werd goed bezocht en resulteerde in concrete voorstellen voor het organiseren van het werk.
De samenstelling van de groep is zeer divers, uit verschillende afdelingen, met een grote deelname van kameraden uit ROOD. We hebben ook de aanwezigheid en actieve deelname van niet-Nederlandse kameraden. Al met al is de basis aanwezig voor een brede, grote werkgroep die werkt op het gebied van internationale solidariteit. Een andere positieve noot is dat spontane initiatieven van kameraden op specifieke momenten tot relatief succesvolle acties hebben geleid. Bijvoorbeeld de acties in solidariteit met Rojava in december 2024.
De activiteit van het netwerk is de afgelopen maanden echter afgenomen. Enerzijds is de wisseling van kartrekker de afgelopen maanden niet mogelijk geweest, wat heeft geleid tot een gebrek aan richting en duidelijkheid over doelstellingen, planning en uitvoering van activiteiten. Ook moeten we een analyse aangaan wat betreft de concrete resultaten van ons werk in de beweging in het kader van acties voor Palestina. In welke zin hebben wij, als leden van de RSP en netwerk Internationaal, onze bijdrage geleverd aan de beweging. En andersom: in welke zin is onze deelname in deze acties een bijdrage geweest voor de opbouw van ons internationalistisch werk?
Aan de andere kant, hoewel de deelname aan specifieke acties goed was in aantal en enthousiasme, is het noodzaak om nog te werken aan concrete voorstellen die leiden tot effectieve samenwerking op middellange en lange termijn met andere internationale organisaties. De formules die onderzocht moeten worden zijn divers: door uitnodigingen aan buitenlandse organisaties om deel te nemen aan scholingen georganiseerd door de RSP, of kameraden uit te zenden om deel te nemen aan scholingen georganiseerd door anderen; internationalistische brigades – er zijn goede vooruitzichten om kameraden uit te kunnen zenden naar landen als Venezuela of Brazilië, via onze contacten met de Unión Comunera of de MST; of deelname aan unitaire, internationale campagnes en acties, in samenwerking met andere organisaties.
Een goed voorbeeld van hoe het netwerk kan bijdragen aan de werk in internationalistische solidariteit is de anti-imperialistische en anti-militaristische samenwerking die tot stand zal komen vanuit het werk in de anti-NAVO-campagne en het netwerk Internationaal op basis van de uitnodiging van revolutionaire en socialistische organisaties van over de hele wereld, evenals sprekers die zullen deelnemen aan de Tegentop. Dit is een uitstekende gelegenheid om onze organisatie voor te stellen aan potentiële bondgenoten en om ons beleid van internationale betrekkingen en internationaal solidariteitswerk verder te ontwikkelen.
Kortom, het netwerk Internationaal heeft uitstekende uitgangsposities om internationaal solidariteitswerk te kunnen vormen, om onze organisatie in te voegen in de beweging in Nederland en internationaal. We hebben werk voor de boeg om de dynamiek van het werk van het netwerk te definiëren, want hoewel het idee van het netwerk is om te dienen als een ontmoetingsplaats voor kameraden die willen werken aan solidariteitsacties, is er geen algemeen plan of richtlijnen opgesteld die een stabielere organisatiestructuur zouden kunnen bieden. Het is dus nodig om de contouren van de verantwoordelijkheid van het netwerk te definiëren, zodat er een effectieve samenhang is tussen het internationale beleid van de RSP en het werk van het netwerk Internationaal.
Vakbeweging
Het netwerk vakbeweging is in 2024 langzaam opgestart. Het netwerk is zoekende om onze interventies in de FNV vorm te geven. Het netwerk komt eens per zes weken bijeen. In het netwerk zijn er nu verschillende leden die een rol hebben binnen de FNV. Binnen een sectorraad (Jong, Senioren, Diensten), het ledenparlement (plaatsvervangend-lid Vervoer) en als kandidaat voor het Algemeen Bestuur. Het netwerk bestaat daarnaast uit RSP-leden met de ambitie om actief te worden binnen de FNV, of op een andere manier actief zijn voor de FNV (bijvoorbeeld als consulent).
Daarnaast zijn er meerdere RSP-leden die (recent) een rol binnen de FNV hebben gekregen, maar nog niet aangesloten zijn bij het netwerk. Leden van het (nieuwe) ledenparlement uit de sectoren Handel, Senioren en Overheid (plaatsvervangend lid). Deze RSP-leden zijn deels betrokken bij het netwerk van FNV-Ledenparlementsleden vanuit Vakbondsleden Solidair met Palestina (Ledenparlement Solidair (LP Solidair)).
De uitdaging in 2025 is hoe we al deze kameraden in het netwerk gaan integreren en, breder, hoe LP Solidair zich ontwikkelt. Daarmee kan het netwerk scherper onze interventie in de vakbeweging ontwikkelen, en daar de gehele organisatie, van bestuur tot afdelingen in meenemen.
Klimaat
Het netwerk Klimaat komt compleet niet van de grond. Het kan geen nieuwe leden bereiken en het kan dus ook geen interventies binnen de klimaatstrijd coördineren.
Wonen
Op het moment is het netwerk Wonen inactief.
Anti-NAVO-campagne
Sinds de lancering van de anti-NAVO-campagne in september 2024 is dit werkterrein uitgegroeid tot misschien wel het belangrijkste politieke project sinds het ontstaan van De Socialisten.
Onze gok voor dit campagne is juist geweest: de ontwikkeling van gebeurtenissen in de wereld, ontketend in de afgelopen maanden, hebben een scenario gevormd waarin de militaristische en imperialistische agenda centraal staat en zal blijven staan in de komende jaren, in Nederland en Europa, en de hele wereld.
De anti-NAVO-campagne van ROOD en de RSP is niet alleen een grote gezamenlijke inspanning van beide organisaties, en een voorbeeld van ons gemeenschappelijk potentieel wanneer er sprake is van duidelijke prioriteiten, vastberadenheid en actieve betrokkenheid van beide besturen. Het is ook een werkterrein waar belangrijke vragen worden gesteld en diepe tegenstellingen aan het licht komen.
Over de opbouw van een internationalistische en antimilitaristische beweging voor vrede met rechtvaardigheid
Een nieuwe antimilitaristische massabeweging in Nederland, die strijdt voor vrede met gerechtigheid, moet een internationalistisch karakter hebben en volledig verweven zijn met een mondiale antimilitaristische vredesbeweging, en haar ideologische basis hebben in de radicale kritiek op het door de VS geleide project van imperiale en kapitalistische overheersing, dat de wereld naar sociale, politieke, economische en ecologische ineenstorting leidt.
Zou deze antimilitaristische beweging pacifistische elementen kunnen hebben? Deze vraag staat voor ons centraal, omdat we de top een radicaal karakter willen geven. We hebben ervoor gekozen om een eenmalige samenwerking, die begint en eindigt met de organisatie van Tegentop, aan te gaan met de Nieuwe Vredesbeweging. Deze samenwerking biedt mogelijkheden in de zin van zichtbaarheid en reikwijdte van Tegentop, wat ook bijdraagt aan onze doelstellingen. Waarom?
– In het huidige tijdsgewricht van de systemische crisis van het kapitalisme zal de verdieping van de autoritaire, populistische en nationalistische uitweg uit de crisis een veiligheidsbenadering versterken die gebaseerd is op de militarisering van landen, maar ook op interventie (in de vorm van militaire agressie, maar ook in hybride en soft power-vormen) door de centrale landen van de kapitalistische wereld. Dit zal leiden tot meer oorlogen, meer conflicten, meer menselijke ontheemding en meer milieuvernietiging.
– Omdat een breed, open debat met maximale betrokkenheid van burgers essentieel is om publieke beleidsbeslissingen over veiligheid, defensie, buitenlands beleid, etc. ter discussie te stellen, en om de gevolgen van het beleid van militarisering en strategische onderwerping van de Nederlandse overheid te problematiseren, is het noodzakelijk om de fundamentele vragen als onderwerp van het debat aan de orde te stellen. Dat wil zeggen: niet alleen vragen over de uitvoering van militariseringsbesluiten (bijvoorbeeld hoe het defensiebudget wordt gefinancierd), of hoe je je kunt organiseren tegen de wapenindustrie. Dit zijn zeer belangrijke tactische vragen, maar het is essentieel om verder te gaan: om de fundamentele, strategische vragen aan de orde te stellen die te maken hebben met antidemocratische beslissingen om publieke middelen – financiële, politieke, diplomatieke, militaire – in dienst te stellen van een uitbuitingsproject dat gebaseerd is op de overheersing van sommige landen door andere. De NAVO vormt de kern van dit overheersingsproject.
– Als we ervan uitgaan dat de huidige gangbare politiek in de Nederlandse samenleving voor het behoud van de NAVO als militaire veiligheids- en defensiestructuur is, moeten we onszelf de volgende vraag stellen: zijn we van mening dat we de mogelijkheden hebben om deze gangbare politiek te veranderen, of niet? Bij de RSP en ROOD geloven we van wel, en dat het in twijfel trekken en zichtbaar maken van de mechanismen waarmee deze gangbare politiek op een antidemocratische manier tot stand is gekomen, met behulp van de media en het aanwakkeren van de politiek van angst, fundamenteel is voor de opbouw van een vrije, rechtvaardige en vreedzame samenleving.
– Daarom moet radicale kritiek op de NAVO, en een gedetailleerde analyse van de gevolgen van de politieke beslissingen die ertoe hebben geleid dat Nederland een centrale rol speelt in de militaire en operationele structuur van de NAVO, centraal staan in onze discussies. Daarnaast moeten we het debat ook openen over de vraag wat de gevolgen zijn voor de Nederlandse bevolking van het nemen van deze politieke en zeer ondemocratische beslissingen. In alle kwesties die betrekking hebben op de toewijzing van publieke middelen, het gebruik van Nederlands grondgebied, het gebruik van operationele capaciteiten voor militaire missies tegen derde landen (buiten de bepalingen van artikel 5), moet het volgende centraal staan in onze discussies.
NAVO-top
Met een aantal organisaties hebben we ons verenigd in de Tegentopcoalitie voor Vrede en Rechtvaardigheid om gezamenlijk een tegentop en demonstratie te organiseren rondom de NAVO-top. De samenstelling van die coalitie is divers: van meer liberaal georiënteerde ngo’s en het pacifistische Kerk en Vrede, tot meer radicale krachten van BIJ1 en XR Justice Now. Onze inzet is steeds geweest dat we ons als coalitie expliciet moeten uitspreken tegen de NAVO, en dat er ook ruimte moet zijn voor ons geluid. Dit lijkt te zijn geslaagd, en momenteel is het vooral de vraag hoeveel ruimte de linkervleugel kan pakken. Er is in ieder geval grote belangstelling voor onze activiteiten, ook internationaal. Veel moet nog worden bepaald, en de komende tijd blijven we nauw betrokken om alles vorm te geven.
Deze Tegentopcoalitie (TTC) is vrij los georganiseerd. Veel organisaties zijn aangesloten bij De Nieuwe Vredesbeweging (NVB), waar wij bewust geen onderdeel van zijn. De NVB vertegenwoordigt met name de ‘traditionele’ vredesbeweging, met een meer pacifistische focus op de-escalatie, diplomatie en internationaal recht. Wij hebben geen vertrouwen in de diplomatie tussen kapitalistische staten of de instituties van de ‘internationale gemeenschap’, en erkennen het recht van volkeren om zich desnoods met geweld te verzetten tegen onderdrukking. Wij zien de tegentop als een plek waar deze twee vleugels bij elkaar komen, en waar we de discussie hierover kunnen voeren. Onze inzet daarbij is uiteraard dat onze vleugel zo prominent mogelijk aan bod komt. Daartoe proberen we zowel nationaal als internationaal contacten te leggen om dit te bereiken.
Het motto van de coalitie is ‘Geen NAVO oorlogs-top!’ Vanuit die gedachte willen we voorstellen om vanuit de coalitie een petitie te lanceren tegen de top, waarin ook de verbinding wordt gelegd met onze NAVO-kritiek. Hier zouden lokale groepen en afdelingen van ROOD en RSP verder mee aan de slag kunnen.
• Wat zijn de strategische doelen van de Tegentop?
Het plan voor de anti-NAVO-campagne heeft als doelen (als gedefinieerd in de campagnestrategie in september 2024):
• ROOD en de RSP Profileren: Onze organisaties zichtbaar maken met een helder en uniek standpunt over de NAVO.
• Publieke Bewustwording Verhogen: NAVO-interventies onder de aandacht brengen en een kritisch debat stimuleren.
• Actieve Betrokkenheid: Jongeren en andere betrokkenen mobiliseren voor deelname aan acties en evenementen die de campagneboodschap ondersteunen.
• Concrete Acties en Resultaten: Het uitvoeren van effectieve campagnestrategieën en -activiteiten, waaronder demonstraties, lezingen en prikacties, met meetbare resultaten en impact.
In dit kader, de strategische doelen van de Tegentop zijn:
– Het leggen van de organisatorische en ideologische basis voor het (her)opbouwen van een antimilitaristische beweging in Nederland. In die zin zal de anti-NAVO Tegentop dienen als platform om een breed debat in de Nederlandse samenleving te openen over de economische, politieke en sociale gevolgen van het Nederlandse lidmaatschap van de NAVO – en van het bestaan van de NAVO zelf – opgevat als een mechanisme van overheersing en strategische ondergeschiktheid van Nederland en Europa aan de geostrategische belangen van de VS en het neo-imperiale project van Donald Trump.
– Als ontmoetingsplaats dienen voor bewegingen, organisaties en actieve strijd tegen militarisme en voor de opbouw van een strategisch veiligheidsalternatief gebaseerd op samenwerking tussen landen, solidariteit tussen volkeren en gericht op het bereiken van vrede met gerechtigheid. Dit is de basis voor banden kunnen bouwen met socialistische en communistische organisaties binnen en buiten Nederland.
– Bijdragen aan het historische proces van de opbouw van een (nieuwe) wereldwijde antimilitaristische en vrede met rechtvaardigheid beweging: een wereldwijde massabeweging die zal dienen als een instrument om de poging tot verdieping van de kapitalistische overheersing door middel van geopolitieke confrontatie tussen economische en militaire machten – de Nieuwe Koude Oorlog – die zal resulteren in de hermilitarisering van onze landen, meer militaire uitgaven en verarming van de wereldeconomie, onschadelijk te maken.
De radicale kritiek op de NAVO als offensief militair mechanisme en als instrument ten dienste van het project van kapitalistische overheersing moet centraal staan op de Tegentop.
Socialistisch front tegen imperialisme/VeTO en Resist NATO
ROOD en de RSP waren al enige tijd aangesloten bij Verzet Tegen Oorlog (VeTO), een radicale coalitie die in eerste instantie was opgericht voor het organiseren van een demonstratie tegen de wapenbeurs in Rotterdam. Maar de inbreng van ROOD en de RSP werd niet goed gecoördineerd van het campagneteam, waardoor we langs elkaar heen hebben gewerkt. VeTO bestaat verder uit onder andere BIJ1 (ook betrokken bij de TTC), Revolutionaire Eenheid (RE), Samidoun, XR Justice Now en MiGreat. Deze organisaties hebben een ongeveer dezelfde lijn als wij over de NAVO en anti-imperialisme, en daarom zien we deze coalitie als een mogelijke weg om een duurzame samenwerking op te bouwen waar we ook na de campagne mee verder willen.
VeTO heeft nauw contact met Resist NATO, het internationale anti-NAVO-front van de International League of Peoples Struggles (ILPS, de maoïstische internationale waar RE ook bij zit). In eerste instantie leek het erop dat Resist NATO zelf een tegentop wilde organiseren. Inmiddels lijkt het erop dat ze samen willen werken met de TTC. Op dit moment proberen we binnen VeTO de rest te overtuigen om zich ook aan te sluiten bij de TTC, en samen met ons de radicale vleugel te versterken. Sprekers die eventueel ‘te radicaal’ worden bevonden zouden dan op een apart evenement van VeTO en Resist NATO alsnog aan bod kunnen komen.
Eerder hadden we besloten om los van de TTC een radicaler statement op te stellen, en daar zo veel mogelijk (internationale) bondgenoten bij te zoeken. We willen dat nu inbrengen via VeTO.
Onze eigen campagne
De afgelopen maanden zijn er al een paar ROOD-groepen en RSP-afdelingen geweest die lokale acties hebben opgezet, en we moedigen iedereen aan om dat vooral door te zetten. Ook heeft het campagneteam een draaiboek voor politieke cafés opgesteld. Een strategisch doel is ook contacten te leggen met actieve campagnes of gemobiliseerde groepen in Nederland, en ze kunnen betrekken bij de Tegentop en demonstratie van 21-22 juni. Of het nu gaat om posters en stickers plakken of buurtbewoners organiseren tegen uitbreiding van een vliegveld, alle actie is welkom!
Politieke en organisatorische prioriteiten
Politieke verklaringen
Eén van de taken van de politieke leiding van de RSP is om bij belangrijke politieke gebeurtenissen op grond van ons programma en gevoed door onze netwerken, waar onze ervaring ten aanzien van interventies in bewegingen geconcentreerd is, met politieke verklaringen te komen waarin we ons standpunt én de ordewoorden naar leden van de RSP en sympathisanten duidelijk maken.
Door de onderbezetting van het partijbestuur en het onvoldoende functioneren van de netwerken zijn we daar in 2024 nauwelijks aan toe gekomen. Voor 2025 zijn er dus twee onderdelen noodzakelijk: een volwaardig bestuur en netwerken die, vanuit hun expertise, het bestuur kunnen adviseren over wat op het bepaalde moment gedaan moet worden.
Het is onrealistisch om te denken dat we dit punt kunnen verbeteren in 2025 zonder volwaardig bestuur, en zonder netwerken die gefocust zijn op interventies in de bewegingen.
Acceptatie van het idee dat we slechts een partij in opbouw zijn, ondanks de nieuwe naam, is van belang om te vermijden dat we kunnen voldoen aan onrealistische verwachtingen.
Ontvangen nieuwe leden
Het afgelopen jaar hebben wij relatief veel nieuwe leden ingeschreven. Dat is natuurlijk goed nieuws. We hebben echter weinig met het welkom heten van hen gedaan. Het plan van een nieuweledendag voor de zomervakantie van 2024 ging niet door omdat dit gecombineerd werd met de programmalancering. Uiteindelijk is de programmalancering de volledige focus geweest.
Het is in eerste instantie aan de afdeling waar de aanmelding onder valt, om contact op te nemen met het nieuwe lid. Dit is belangrijk, omdat persoonlijk contact het beste werkt en omdat de afdeling de politieke context van het werkveld goed kent. Hierdoor kan er makkelijker een gemeenschappelijke basis worden gevonden en een persoonlijke band worden gevormd. Daarnaast is het hierdoor beter in te schatten hoe het lid zich in kan zetten voor de organisatie en hier suggesties voor te doen, wat de kans dat het nieuwe lid zich wil inzetten als kaderlid vergroot. We weten op dit moment niet of alle afdelingen dit altijd goed doen. Hier ligt ook nog geen handvat voor hoe afdelingsvoorzitters dit moeten doen.
Nieuwe leden hebben op dit moment buiten een automatische welkomstmail geen goede integratie in de organisatie. Informatie over hoe de organisatie werkt is voor hen niet te vinden, en we hebben geen beginnersscholing die we hen kunnen aanbieden. Hierdoor bestaat het risico dat veel nieuwe leden enkel steunlid worden, en niet de stap zetten tot kaderlid. Het is daarom noodzakelijk om een integratietraject op te zetten voor nieuwe leden.
- Het nieuwe bestuur organiseert een jaarlijkse nieuweledendag.
- Het nieuwe bestuur gaat aan de slag met het opzetten van een integratietraject voor nieuwe leden.
We breiden de welkomstmail uit met informatie over hoe de organisatie in elkaar steekt, waar de belangrijkste informatie te vinden is, en hoe je actief kan worden als lid.
- We schrijven een handvat hoe contact op te nemen met nieuwe leden voor afdelingen, met daarin een belscript.
Ledeninitiatieven
Veel van onze huidige activiteit komt voort uit ledeninitiatieven, en we zijn er als bestuur blij mee dat er zoveel enthousiasme is om op verschillende terreinen actief te worden. Het bestuur merkt hierbij wel op dat er door de hoeveelheid ledeninitiatieven soms onvoldoende aandacht blijft voor de prioriteiten die we onszelf hebben gesteld, en wil hier in het komende jaar veranderingen in aanbrengen. Concreet gaat het erom dat het bestuur vroegtijdig bij ledeninitiatieven binnenstapt en de politieke lijn en prioriteiten binnen de initiatieven wil vaststellen, of, wanneer dat meer aan de orde is, het initiatief onderbrengen bij reeds lopende prioriteiten, of prioriteiten die we als bestuur als belangrijker zien. Hierbij is het zaak dat er wel ruimte voor initiatieven vanuit de leden blijft, maar we zien het als onze rol als partijbestuur om hier vaker op in te grijpen, zodat we als organisatie onze focus kunnen bewaren op de thema’s die we voor onszelf als prioritair hebben aangemerkt.
Cultuur
Seksisme
Helaas ervaren onze leden soms seksisme, ongewenst gedrag of andere vormen van discriminatie in onze organisatie. Dat moet uiteraard altijd met hand en tand bestreden worden. Helaas zijn deze problemen hardnekkig. We bevinden ons in een samenleving waar het patriarchaat heerst, en deze cultuur sijpelt constant door, ook naar onze organisatie. Het is belangrijk om hier ons constant bewust van te zijn, zodat deze teruggedrongen kan worden.
Een cultuurverandering bewerkstelligen gaat niet zomaar. Een cultuur is snel gevormd, maar langzaam veranderd. Het is altijd makkelijker om een bestaande cultuur in stand te houden, dan het is om je als groep of individu anders te gedragen. Dat is iets van de lange adem, en dit kost bewustwording, aandacht, tijd en energie. Dit vereist permanente inzet van ons kader en hier is toewijding van iedereen voor nodig. Dit hebben we in 2024 nog te weinig gezien. Het constateren van dit probleem duurde te lang, werd te laconiek op gereageerd, en de maatregelen waren te traag. Het bestuursplan aanpak seksisme werd pas aan het einde van 2024 afgerond, en de kaderdag waar dit plan werd besproken, werd door slechts drie niet-bestuursleden bezocht.
We moeten alle vormen van ongewenst gedrag en discriminatie bestrijden. Alle vormen zijn kwalijk, maar we focussen ons nu op de aanpak van seksisme, omdat deze het breedst ervaren wordt binnen de organisatie.
- We gaan door met het uitvoeren van het plan aanpak seksisme.
Overbelasting
Veel van onze leden zijn in het begin erg enthousiast over ons project, en willen daar veel mee aan de slag. Dat is natuurlijk heel goed. Echter, soms leidt dit er helaas toe dat leden zichzelf overvragen of overvraagd worden, en zo vervroegd moeten afhaken met een burn-out. Dit mag nooit de bedoeling zijn, en we moeten er met elkaar op letten dat dit minder vaak gaat voorkomen.
Sommige periodes zijn drukker dan andere. Dat is afhankelijk van omstandigheden in de samenleving, en van onze eigen activiteiten. Maar het kan soms voelen alsof alles belangrijk is, alsof alles prioriteit heeft. We willen de wereld veranderen en daar is veel voor nodig. We zien dagelijks het onrecht dat ons en de rest van de wereld wordt aangedaan. Maar de hele wereld veranderen kan niet in één dag, daar is tijd voor nodig. Onze capaciteiten zijn beperkt. Hiervoor moeten we een reële inschatting maken van onze krachten, onze tijd en onze energie. Daarmee kunnen we onze organisatorische doelen op de juiste waarde schatten en onze taken prioriteren. Dat voorkomt dat het gevoel ontstaat dat we altijd met alles bezig moeten zijn. Dat betekent ook dat we soms erkennen dat we in een periode van maatschappelijke en organisatorische kalmte zitten en meer rust kunnen nemen.
Dit vereist dat we op elkaar letten. We moeten vragen hoe het met elkaar gaat, en elkaar adviseren het rustiger aan te doen als dingen niet lukken. Dat betekent dat we dat van elkaar moeten accepteren, en onze planning erop aanpassen. Dat vereist wederzijds begrip en erkenning. Maar het vereist ook discipline, van onszelf en van kameraden. Discipline om je agenda en je taken goed bij te houden, of aan te leren hoe je dit doet. Discipline om elkaar aan te durven spreken als het niet goed gaat. Bovenal vereist het discipline om je eigen limieten te herkennen en erkennen, en het aan te geven en nee te durven zeggen wanneer je hier overheen dreigt te gaan.
We zullen als organisatie samen beter moeten leren hoe we de signalen van overbelasting bij onze kameraden kunnen herkennen en hoe we onze capaciteiten op gepast niveau kunnen inzetten. Zo kunnen we hopelijk de hoeveelheid burn-outs onder onze leden verminderen.
Centrale interventies
Politieke acties en activiteiten zijn over het algemeen moeilijk te plannen en hangen grotendeels af van ontwikkelingen in specifieke bewegingen. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat rond de thema’s anti-militarisme en solidariteit met de bevrijdingsstrijd in Palestina mobilisaties te verwachten zijn waarmee de betreffende bewegingen kunnen worden versterkt. Ook rond de campagne #WijReizenSamen zijn activiteiten te verwachten waarbij wij door onze inzet deze beweging kunnen versterken.
Arbeidersstrijd vanuit de vakbeweging is een constante. Gezien onze samenstelling zijn we in de gelegenheid om rond bezuinigingen op hoger onderwijs te interveniëren. Daarnaast moet de RSP gespitst zijn op het verdedigen van democratische rechten.
Essentieel hierbij is dat leden die actief zijn in deze bewegingen het partijbestuur adviseren over de noodzaak om als gehele organisatie te mobiliseren. Ook een voltallig bestuur heeft geen volledige kennis over de ontwikkelingen in een bepaalde beweging.
Daarnaast zijn er vier traditionele mobilisaties die we als RSP op voorhand kunnen plannen: 1 mei, 8 maart, 21 maart en de Sneevlietherdenking.
Voor 1 mei, 8 maart en 21 maart geldt dat we deze twee mobilisaties goed kunnen voorbereiden. Van het partijbestuur mag worden verwacht dat zij ook lang van tevoren de ordewoorden ten aanzien van de interventie op deze mobilisaties aan de gehele organisatie kenbaar maken en dat we, indien mogelijk, ook samen met andere strijdbare delen van de arbeidersbeweging, eigen activiteiten organiseren.
De Sneevlietherdenking is minder geschikt voor massale openbare mobilisatie en heeft meer een scholende rol. Waarmee we intern een traditie van democratisch socialisme opbouwen en herdenken.